2.3.3. Dit zou betekenen dat tegen het inreisverbod eerst het rechtsmiddel van bezwaar openstaat, nu artikel 75, aanhef en onder c, van de Vw 2000 niet van toepassing is.
De wetgever heeft aan de totstandkoming van de wijziging van de Vw 2000 ter implementatie van de Terugkeerrichtlijn evenwel uitdrukkelijk de wens van concentratie van rechtsbescherming ten grondslag gelegd. In de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II 2009/10, 32 420, nr. 3,
p. 18-19) staat hierover het volgende vermeld:
"In [artikel 66a,] eerste lid, onderdeel b, is geregeld dat de vreemdeling die Nederland niet uit eigen beweging binnen de daarvoor geldende termijn heeft verlaten een inreisverbod opgelegd krijgt. Daarmee is omgezet artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de richtlijn, inhoudend dat het terugkeerbesluit met een inreisverbod gepaard gaat indien niet aan de terugkeerverplichting is voldaan. In de praktijk zal het inreisverbod als regel niet in dezelfde beschikking worden opgenomen als waarin het terugkeerbesluit wordt genomen, in geval er een termijn voor vrijwillig vertrek van toepassing is. Op dat moment kan immers nog niet worden vastgesteld dat de vreemdeling niet tijdig aan de terugkeerverplichting heeft voldaan en valt in het algemeen nog niet vast te stellen of de vreemdeling niet tijdig aan de terugkeerverplichting zal voldoen. De vertrektermijn is immers alsdan als regel nog niet aangevangen en de vreemdeling zal dan nog niet hebben aangegeven hoe dan ook niet te zullen vertrekken. Dat betekent dat er, nadat is geconstateerd dat de vertrektermijn ongebruikt is verstreken, alsnog, derhalve separaat, een inreisverbod kan worden uitgevaardigd. Artikel 11, eerste lid, aanhef, van de richtlijn staat daaraan niet in de weg. Dat onderdeel strekt er immers toe om te voorkomen dat het inreisverbod zou kunnen worden gegeven zonder dat er een terugkeerbesluit is genomen. Met het oog op de concentratie van rechtsbescherming is in het eerste lid, onderdeel b, voorgeschreven dat het inreisverbod, in geval de vreemdeling Nederland niet uit eigen beweging heeft verlaten, door middel van een zelfstandige beschikking wordt uitgevaardigd dan wel een beschikking die mede strekt tot wijziging van een reeds gegeven terugkeerbesluit. In voorkomend geval waarin door middel van een afzonderlijke beschikking een inreisverbod wordt uitgevaardigd, hangende bezwaar of beroep tegen de meeromvattende beschikking, bedoeld in de artikelen 27, eerste lid, dan wel 45, eerste lid, zal het inreisverbod als regel kunnen worden gegeven door middel van een wijziging van de reeds gegeven meeromvattende beschikking, teneinde concentratie van rechtsmiddelen te bereiken, doordat het bezwaar of beroep op grond van artikel 6:19 van de Awb wordt geacht mede te zijn gericht tegen het nieuwe besluit (de nieuwe beschikking)."
2.3.4. Voorts heeft de wetgever in de Nota van Wijziging
(Kamerstukken II 2009/10, 32 420, nr. 8, p. 3) onder meer het volgende uiteengezet:
"De wijziging van artikel 75, waarin is bepaald dat tegen de beschikking die een kennisgeving inhoudt als bedoeld in artikel 62, zesde lid, [thans: artikel 62a, tweede lid] geen bezwaar kan worden gemaakt, strekt ertoe te voorkomen dat tegen die beschikking bezwaar kan worden gemaakt, zulks in afwijking van
artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarmee wordt bewerkstelligd dat, zoals hierboven aangegeven, de rechter aan wie de inbewaringstelling is voorgelegd ook kan oordelen over de kennisgeving, bedoeld in artikel 62, zesde lid, zonder dat daarbij interferentie met een bezwaarschriftprocedure over de kennisgeving (het terugkeerbesluit) kan optreden. Ook in overige gevallen wordt op deze wijze een snelle rechtsgang gegarandeerd zodat eventuele onduidelijkheid over de rechtspositie van de vreemdeling snel kan worden weggenomen."
2.3.5. Ten slotte staat in de Memorie van Antwoord (Kamerstukken I 2011/12, 32 420, nr. D, p. 27), voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
"Tegen het terugkeerbesluit staat ingevolge artikel 75 van de Vw 2000 rechtstreeks beroep op de rechtbank open, tenzij het terugkeerbesluit deel uitmaakt van een ander besluit, in welk geval het rechtsmiddelenregime van dat besluit kan worden gevolgd. Het inreisverbod is onderdeel van het terugkeerbesluit en volgt dus ook de rechtsmiddelen die daartegen kunnen worden ingesteld. Indien in het terugkeerbesluit een vertrektermijn is gegund die ongebruikt is verstreken, waarna door de overheid een inreisverbod kan worden opgelegd, zal het terugkeerbesluit door middel van een nieuwe beschikking worden aangevuld, ingeval die nog niet onherroepelijk is geworden. Voor dit terugkeerbesluit dat een inreisverbod omvat, staat beroep open op basis van artikel 75 van de Vw 2000."
2.3.6. Het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, brengt met zich dat de wetgever een concentratie van rechtsbescherming voor ogen heeft gehad om aldus een doelmatige en snelle rechtsgang te garanderen, zodat eventuele onduidelijkheid over de rechtspositie van een vreemdeling snel kan worden weggenomen.
In de gevallen waarin een inreisverbod is vervat in een besluit betreffende een verblijfsvergunning en voortvloeit uit het daarin opgenomen terugkeerbesluit, wordt die concentratie reeds bereikt doordat tegen het inreisverbod eenzelfde rechtsmiddel openstaat als tegen het besluit betreffende die verblijfsvergunning. Vaardigt de minister - al dan niet bij separaat besluit - een inreisverbod uit gedurende het aanhangig zijn van bezwaar dan wel (hoger) beroep tegen een besluit betreffende een verblijfsvergunning, dan wordt die concentratie bereikt doordat het bezwaar dan wel het (hoger) beroep daartegen ingevolge de artikelen 6:18 en 6:19, voor het hoger beroep gelezen in verbinding met artikel 6:24, van de Awb, geacht wordt mede te zijn gericht tegen het inreisverbod.
Hoewel, ten slotte, de hiervoor weergegeven passages uit de totstandkominggeschiedenis blijkens hun bewoordingen niet specifiek betrekking hebben op de situatie waarin de minister bij separaat besluit een inreisverbod uitvaardigt zonder dat een verblijfsprocedure aanhangig is, acht de Afdeling het, gelet op die totstandkominggeschiedenis en uit een oogpunt van doelmatige en snelle rechtsbescherming, aangewezen om aan te nemen dat tegen dat inreisverbod rechtstreeks beroep openstaat.