ECLI:NL:RVS:2011:BP5112
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- P.A. Offers
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Schending van het voorschrift voor medisch onderzoek bij asielaanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, die op 26 november 2010 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de minister voor Immigratie en Asiel had deze aanvraag afgewezen. De vreemdeling stelde dat de minister in strijd met artikel 3.109, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) had gehandeld door haar geen medisch onderzoek aan te bieden voordat zij werd gehoord. Dit voorschrift is bedoeld om medische en psychische problemen van asielzoekers vroegtijdig te signaleren, wat van invloed kan zijn op de hoorzitting en de beoordeling van de asielaanvraag.
De Raad van State oordeelde dat de minister inderdaad het voorschrift had geschonden door geen medisch onderzoek aan te bieden. De duidelijke bewoordingen van het voorschrift laten niet toe dat een vreemdeling die aangeeft een asielaanvraag te willen indienen, geen medisch onderzoek wordt aangeboden. De voorzieningenrechter had ten onrechte overwogen dat de vreemdeling niet in haar belangen was geschaad door deze schending. De Raad van State concludeerde dat de schending van het voorschrift mogelijk de materiële inhoud van het besluit op de asielaanvraag had beïnvloed.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling gegrond. Het besluit van de minister werd vernietigd en de minister werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep waren gemaakt. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 10 februari 2011.