ECLI:NL:RVS:2009:BK4306

Raad van State

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200903257/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de last onder dwangsom opgelegd aan Jumbo supermarkten B.V. en de appellante met betrekking tot het gebruik van een pand als supermarkt

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 november 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de last onder dwangsom die aan Jumbo supermarkten B.V. en [appellante] is opgelegd, waarbij hen werd gelast het gebruik van het pand aan de Graafsebaan 24 te staken en het pand terug te brengen in de oorspronkelijke staat. De besluiten van 31 maart 2008 stelden een dwangsom van € 50.000,00 per dag in met een maximum van € 10.000.000,00 voor het niet staken van het gebruik en een dwangsom van € 2.000,00 per dag met een maximum van € 80.000,00 voor het niet terugbrengen van het pand in de oorspronkelijke staat.

De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder het besluit van het college vernietigd, omdat het college [appellante] ten onrechte niet als belanghebbende had aangemerkt. In hoger beroep heeft de Afdeling geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de last niet aan [appellante] was gericht en dat zij daarom niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende in de Algemene wet bestuursrecht en de voorwaarden waaronder een partij als belanghebbende kan worden aangemerkt. De Afdeling concludeert dat de last onder dwangsom alleen gericht is aan de vermeende overtreder, in dit geval Jumbo, en dat [appellante] geen rechtstreeks belang heeft bij de last die aan Jumbo is opgelegd. De beslissing van de Afdeling heeft gevolgen voor de rechtspositie van [appellante] en de handhaving van de besluiten van het college.

Uitspraak

200903257/1/H1.
Datum uitspraak: 25 november 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 26 maart 2009 in zaak nr. AWB 08/4067 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch.
1. Procesverloop
Bij onderscheiden besluiten van 31 maart 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch (hierna: het college) de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Jumbo supermarkten B.V. (hierna: Jumbo) en [supermarkt] gelast: a. binnen zes maanden na de datum van het besluit het gebruik van het pand en het perceel Graafsebaan 24 (hierna: het perceel) ten behoeve van een supermarkt te staken en gestaakt te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 50.000,00 per dag, met een maximum van € 10.000.000,00. b. binnen zes weken na de onder a gegeven begunstigingstermijn van zes maanden het pand terug te brengen in de oorspronkelijke staat, te weten die waarin het zich bevond voorafgaand aan de op 13 mei 2005 verleende bouwvergunning, onder oplegging van een dwangsom van € 2000,00 per dag met een maximum van € 80.000,00.
Bij besluit van 7 oktober 2008 heeft het college het door [bedrijf], rechtsvoorgangster van [appellante], gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 26 maart 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaalt dat het college een nieuw besluit neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 mei 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 4 juni 2009.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 oktober 2009, waar [appellante], vertegenwoordigd door haar [directeur], bijgestaan door H.J.M. Marcus, gemachtigde, en het college, vertegenwoordigd door mr. P.W.G.M. Christophe, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Jumbo Supermarkt B.V. en [supermarkt], vertegenwoordigd door mr. B.P.M. van Ravels, advocaat te Breda, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) kan een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat het college [appellante], als eigenaresse van het pand, ten onrechte niet heeft aangemerkt als belanghebbende bij de last tot het terugbrengen van het pand in de oorspronkelijke staat en heeft zij om die reden het besluit van 7 oktober 2008 vernietigd.
2.3. Het hoger beroep van [appellante] is uitsluitend gericht tegen het oordeel van rechtbank dat het college haar terecht niet heeft aangemerkt als belanghebbende bij het besluit van 31 maart 2008 voor zover daarbij is gelast het gebruik van het pand als supermarkt te staken en gestaakt te houden. De Afdeling volgt niet het betoog van [appellante] dat zij ook in zoverre als belanghebbende bij dat besluit moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de last niet is gericht aan [appellante]. Anders dan een besluit tot toepassing van bestuursdwang, betreft de last onder dwangsom alleen de vermeende overtreder. Omdat alleen de overtreder een dwangsom kan verbeuren, is in beginsel slechts hij aan te merken als belanghebbende bij de last als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Voor zover [appellante] naar zij stelt in haar belang zou zijn geraakt doordat zij schade zou hebben geleden, is dat geen belang dat rechtstreeks bij de aan Jumbo gerichte lastgeving is betrokken, aangezien dit belang slechts berust op een contractuele relatie tussen [appellante] en Jumbo.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak, voor zover aangevallen, dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Willems, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Willems
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 november 2009
412.