ECLI:NL:RVS:2007:BA6317
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- B. van Wagtendonk
- M.G.J. Parkins de Vin
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de opvang van asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers in bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Raad van State op 24 mei 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft de vraag of het COA terecht heeft besloten om de opvang van een vreemdeling te beëindigen. De vreemdeling had eerder opvang ontvangen op basis van humanitaire redenen, zoals vermeld in een brief van de Staatssecretaris van Justitie, waarin werd aangegeven dat hij lijdt aan ernstige medische aandoeningen. De voorzieningenrechter had eerder geoordeeld dat het COA niet voldoende had gemotiveerd waarom de opvang was beëindigd, en dat het COA gehouden was om rekening te houden met de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter.
De Raad van State bevestigde deze eerdere uitspraak en oordeelde dat het COA niet kon stellen dat er geen aanleiding was voor het verlenen van verstrekkingen aan de vreemdeling, ook niet buiten de gevallen waarin de vreemdeling onder de reikwijdte van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) valt. De Raad benadrukte dat de wettelijke taak van het COA ook inhoudt dat opvang moet worden verleend in zeer bijzondere omstandigheden. Het COA had in deze zaak onvoldoende aangetoond dat de bijzondere omstandigheden niet meer bestonden, en daarom ontbrak het aan een deugdelijke motivering voor de beëindiging van de opvang.
De Raad van State heeft het hoger beroep van het COA ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigd. Tevens werd het COA veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldige besluitvorming door het COA bij het verlenen van opvang aan asielzoekers, vooral in situaties waarin bijzondere omstandigheden van toepassing zijn.