ECLI:NL:RVS:2002:AE5012

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200101703/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • P. van Dijk
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep door burgemeester en wethouders van Bemmel

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 juni 2002 uitspraak gedaan over een verzoek tot proceskostenveroordeling na de intrekking van een hoger beroep door de burgemeester en wethouders van Bemmel. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 22 februari 2001, waarin het beroep van Winzerhof B.V. gegrond was verklaard. De burgemeester en wethouders hebben op 26 april 2002 het hoger beroep ingetrokken, waarna Winzerhof B.V. verzocht om een proceskostenveroordeling.

De advocaat van Winzerhof B.V. had vóór de intrekking van het hoger beroep gereageerd op het ingediende hoger-beroepschrift met een verweerschrift, waarin enkel werd verwezen naar de pleitnota van het eerdere beroep. De Afdeling heeft geoordeeld dat dit verweerschrift aanleiding geeft om toepassing te geven aan artikel 2.3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, wat resulteert in een toekenning van 0,25 punt voor de gemaakte proceskosten. Dit komt overeen met een bedrag van € 80,50, dat door de gemeente Bemmel aan Winzerhof B.V. moet worden betaald.

De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor partijen om proceskosten te vorderen in geval van intrekking van hoger beroep door het bestuursorgaan, en de toepassing van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en biedt een precedent voor soortgelijke gevallen waarin proceskostenveroordelingen aan de orde zijn na intrekking van hoger beroep.

Uitspraak

Raad
van State
200101703/2.
Datum uitspraak: 27 juni 2002
AFDELING
BE STUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Winzerhof B.V., gevestigd te Naaldwijk,
verzoekster,
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het hoger beroep.
1 . Procesverloop
Bij brief van 2 april 2001 , bij de Raad van State ingekcmen op 5 april 2001 hebben burgemeester en wethouders van Bemmel (hierna: burgemeester en wethouders) hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 22 februari 2001 .
Bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 26 april 2002, hebben burgemeester en wethouders het hoger beroep ingetrokken.
Bij brief van 29 april 2002, bij de Raad van State ingekomen op 1 mei 2002, heeft verzoekster de Afdeling verzocht burgemeester En wethouders te veroordelen in de door haar gemaakte proceskosten.
Bij brief van 1 1 juni 2002 hebben burgemeester en wethouders van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 39a, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, voorzover thans van belang, kan, ingeval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, dit op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkornstige toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in de kosten worden veroordeeld. Indien het hoger beroep schriftelijk wordt ingetrokken, wordt het verzoek schriftelijk gedaan. De artikelen 6:5 tot en met 6:9, 6:11 , 6:14, 6:15, 6:17 en 6:21 van de Awb zijn van overeenkomstige toepassing.
Ingevolge het tweede lid is artikel 8:75a, tweede en derde lid, van de Awb van overeenkomstige toepassing.
2.2. Bij besluit van 2 oktober 1998 hebben burgerneester en wethouders het verzoek van Winzerhof B.V. (hierna: Winzerhof) om handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning aan de Bergerdenseweg 23a te Bemmel als burgerwoning, afgewezen. Bij besluit van 19 mei 1999 hebben zij het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het bestreden besluit, onder wijziging van de motivering daarvan, gehandhaafd. Bij uitspraak van 22 februari 2001, verzonden op die dag, heeft de arrondissementsrechtbank te Arnhem (verder: de rechtbank) het daartegen door Winzerhof ingestelde beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd en bepaald dat burgemeester en wethouders met inachtneming van de uitspraak een nieuw besluit dienen te nemen. Tegen deze uitspraak hebben burgemeester en wethouders bij brief van 2 april 2001, bij de Raad van State ingekomen op 5 april 2001, hoger beroep ingesteld. Bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 26 april 2002, hebben zij het hoger beroep ingetrokken en meegedeeld op korte termijn een nieuw besluit te nemen.
2.3. Vóór de intrekking van het hoger beroep heeft verzoekster kosten gemaakt, nu haar advocaat bij brief van 11 september 2001 heeft gereageerd op het door het burgemeester en wethouders ingediende hoger-beroepschrift.
2.4. Het verzoek dient derhalve als kennelijk gegrond op na te melden wijze te worden toegewezen,
2.5. Ingevolge artikel 2, eerste lid, onder a, samen met artikel 1 , onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (verder: het Besluit) word het bedrag van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld overeenkomstig het in de bijlage bij het Besluit opgenomen tarief. Ingevolge artikel 2, derde lid van het Besluit kan in bijzondere omstandigheden hiervan worden afgeweken. In de bijlage bij het Besluit wordt aan het indienen var een verweerschrift 1 punt toegekend, welk punt een waarde van € 322,--vertegenwoordigd.
De advocaat van verzoekster heeft in bovengemelde brief van 11 september 2001, dat met een verweerschrift kan worden gelijkgesteld, volstaan met een verwijzing naar zijn pleitnota betreffende het bij de rechtbank ingestelde beroep tegen het besluit van 19 mei 1999 van burgemeester en wethouders. De Afdeling ziet hierin aanleiding om toepassing te geven aan artikel 2, derde lid van het Besluit, in die zin dat aan het indienen van de brief van 11 september 2001 0,25 punt wordt toegekend, hetgeen overeenkomt met € 80,50.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
veroordeelt burgemeester en wethouders van Bemmel in de door verzoekster in verband met de behandeling van het hoger beroer) gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 80,50, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de gemeente Bemmel te worden betaald aan verzoekster.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Lodder
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar var Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2002
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht), Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan. In het verzetschrift moeten de redenen worden vernield waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop (Ie beslissing is gebaseerd, Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
17-217.
Verzonden: 27 juni 2002
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,