ECLI:NL:RVS:2000:AA8952
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J.R. Bakker
- R. van Heusden
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met akoestisch onderzoek door burgemeester en wethouders van Castricum
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeksters A en B, die wonen te C, tegen de burgemeester en wethouders van Castricum. Verzoeksters hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van 9 juni 2000, waarbij hun verzoek om een last onder dwangsom aan de besloten vennootschap 'Deen Vastgoed Winkels B.V.' werd afgewezen. Dit verzoek was gericht op het in werking hebben van een supermarkt aan de […]straat 50 te Castricum. Verzoeksters beogen met hun verzoek om voorlopige voorziening dat er een akoestisch onderzoek wordt verricht, omdat zij menen dat er geluidshinder optreedt door de supermarkt. Tijdens de voorlopige voorziening-procedure heeft verweerder, de gemeente, alsnog een akoestisch onderzoek laten uitvoeren, maar verzoeksters hebben hun verzoek niet ingetrokken omdat verweerders de gemaakte kosten niet willen vergoeden. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, J.J.R. Bakker, heeft geoordeeld dat er geen sprake is van 'tegemoet komen' in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het belang van verzoeksters is vervallen door het reeds uitgevoerde akoestisch onderzoek. De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding is voor een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. De beslissing werd uitgesproken op 7 november 2000.