In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 februari 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag over de jaren 2010 en 2011. Eiseres had op 27 december 2023 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen heeft pas na de ingebrekestelling op 3 mei 2024 gereageerd. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank bepaalt dat de Dienst Toeslagen binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die in totaal € 453,50 bedragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.