De rechtbank moet een nadere beslistermijn bepalen die aan het onder 5.6. genoemde criterium voldoet. Daarbij houdt de rechtbank rekening met de volgende feiten en omstandigheden.
Uit het jaarverslag van de Bezwaarschriftenadviescommissie Hersteloperatie toeslagen van 2023 blijkt dat de feitelijke behandelduur van een bezwaar gemiddeld 567 dagen bedraagt, wat overeenkomt met 81 weken.Verweerder geeft op zitting aan dat dit nog steeds de huidige stand van zaken is, ondanks de genomen maatregelen en dat hij op korte termijn niet ziet dat het sneller gaat lopen. Verweerder heeft, daarnaar gevraagd, op zitting geantwoord dat de gestelde actuele gemiddelde doorlooptijd van 81 weken een gemiddelde betreft van alle in de loop van de tijd ingediende bezwaren. In zoverre geeft dit gestelde aantal weken geen actuele stand van zaken. De rechtbank constateert dat de cijfers die verweerder op de zitting heeft overgelegd evenmin inzicht bieden in wat de stand van zaken qua doorlooptijd van bezwaren is in 2024 ten opzichte van eerdere jaren.
De rechtbank constateert verder dat verweerder wel maatregelen heeft genomen en neemt om het proces te versnellen.
Zo is het aantal medewerkers, ondanks de door verweerder gestelde krapte van de arbeidsmarkt, in 2024 toegenomen met 185 fte tot 2.305 fte per juli 2024.
Daar komt bij dat sinds 26 oktober 2023 niet meer alle bezwaarschriften door de bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) worden behandeld.Hoewel voor het overslaan van deze stap in de op dat moment al lopende bezwaren toestemming van de ouder is vereist, geldt dit vereiste van toestemming niet altijd.Het niet voorleggen van bezwaren aan de BAC zou tijdswinst moeten opleveren aangezien er dan geen hoorzitting gepland hoeft te worden en niet gewacht hoeft te worden op het afgeven van het advies door de BAC. Dit laatste gaf volgens de 18e voortgangsrapportage namelijk vertraging, omdat het aantal adviezen van de BAC lager lag dan de capaciteit van verweerder.Volgens de 18e voortgangsrapportage werd in de afgelopen periode 25% van de bezwaren over integrale beoordelingen niet meer aan de BAC voorgelegd.
Verder hanteert verweerder per 10 juli 2024 beleid tot het strikter handhaven van termijnen voor het indienen van bezwaarschriften, het complementeren van onvolledige bezwaarschriften en het plannen van een hoorzitting met als doel om het bezwaarproces te versnellen,
Verder wordt er aan ouders die erkend gedupeerd zijn en vóór 1 juni 2024 een bezwaar hebben ingediend tegen de integrale herbeoordeling en die op 1 september 2024 nog geen beslissing op bezwaar hebben ontvangen een eenmalig gestandaardiseerd schikkingsvoorstel van € 5.000 gedaan (te vermeerderen met € 3.500 aan proceskosten), waarbij de mogelijkheid voor het indienen van een verzoek om aanvullende compensatie blijft behouden. Dit betreft in totaal zo’n 4.700 ouders, en daarmee meer dan de helft van het aantal nog lopende bezwaarzaken. Hoewel niet geheel in te schatten is, hoeveel ouders zullen ingaan op dit aanbod, verwacht de minister van financiën hiermee een tijdswinst te behalen van drie maanden.
Verder valt het de rechtbank op dat uit de 18e voortgangsrapportage blijkt dat er, ondanks de stijging van het aantal ingediende bezwaren, sinds eind 2023 absoluut en relatief meer bezwaren zijn afgehandeld. In de periode van september tot en met december 2023 zijn 703 bezwaren afgehandeld, waardoor op 31 december 2023 21,38% van de bezwaren was afgehandeld. Vanaf januari 2024 tot en met april 2024 zijn 834 bezwaren afgehandeld, waardoor 30 april 2024 26,20% van de bezwaren was afgehandeld. En vanaf mei 2024 tot en met augustus 2024 zijn 1.252 bezwaren afgehandeld, waardoor op 31 augustus 2024 32,27% van de bezwaren is afgehandeld.Daar waar ten tijde van de 17e voortgangsrapportage (peildatum 30 april 2024) 75% van de ingediende bezwaren nog niet was afgehandeld was dat ten tijde van de 18e voortgangsrapportage (peildatum 31 augustus 2024) 67%. De maatregelen lijken dus effect te hebben.
Verder merkt dat de rechtbank op dat aanmeldingen voor herstel na 31 december 2023 niet meer mogelijk zijn, dat 99% van de eerste toetsen gedaan is en dat de capaciteit die hierdoor vrijkomt ergens anders in het proces zou kunnen worden ingezet.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat verweerder nog een verbeterslag zou kunnen maken in het contact met de ouder(s). Nu zijn er, volgens de gemachtigde van eiseres, nog te veel wisselingen van zaakbehandelaar en zit er te veel tijd tussen verschillende contactmomenten. De termijnen zouden beter gehandhaafd kunnen worden.
Tot slot merkt de rechtbank op dat verweerder bezig is met het onderzoeken en nemen van verdere maatregelen. Ook van deze maatregelen mag een versnellend effect verwacht worden.