Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Indien er een adviescommissie is, geldt een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Uitgaande van de inschakeling van de adviescommissie had verweerder dus uiterlijk op 25 juni 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 29 juli 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 30 juli 2024 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 16 april 2025 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan eiser.