Op 2 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin een klaagschrift was ingediend door een klager die de teruggave van zijn inbeslaggenomen Audi Rs Q8 verzocht. De auto was in beslag genomen vanwege de aanwezigheid van een kilometerblokker, die de kilometerstand van het voertuig negatief beïnvloedde. De klager, vertegenwoordigd door mr. drs. L. Verheuvel, stelde dat hij geen betrokkenheid had bij de plaatsing van de kilometerblokker en dat hij de auto had onderverhuurd als onderpand voor een lening. Hij voerde aan dat er geen strafvorderlijk belang was dat de teruggave van de auto in de weg stond en verwees naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die vergelijkbare situaties behandelden.
De officier van justitie, mr. C.P.G. Tax, betoogde echter dat het ongecontroleerde bezit van een voertuig met een kilometerblokker in strijd was met het algemeen belang en de wet. De rechtbank oordeelde dat het bezit van de auto niet in strijd was met enige wettelijke bepaling, omdat de kilometerblokker inmiddels was verwijderd. Desondanks concludeerde de rechtbank dat het ongecontroleerde bezit van de auto, waar een kilometerblokker in had gezeten, in strijd was met het algemeen belang, omdat de verkeersveiligheid en de integriteit van het handelsverkeer in gevaar konden komen.
De rechtbank oordeelde dat de klager niet had aangetoond dat de auto zonder de kilometerblokker veilig kon deelnemen aan het verkeer en dat de waarde van de auto niet objectief was onderbouwd. Daarom werd het klaagschrift ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen door rechter mr. R.H.M. Pooyé en is op 2 september 2025 openbaar uitgesproken. De klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen in cassatie te gaan tegen deze beslissing.