Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 15 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan Zuid in Tilburg op 6 mei 2023. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 25 juni 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft wel een beroepschrift ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant en de bijbehorende foto’s. Echter, er was sprake van een schending van de hoorplicht, omdat de betrokkene niet de gelegenheid heeft gekregen om gehoord te worden door de officier van justitie. Dit heeft geleid tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep, waarbij de kantonrechter de boete met 25% heeft gematigd. Daarnaast is er een overschrijding van de redelijke termijn vastgesteld, wat ook heeft bijgedragen aan de beslissing om de boete te verlagen. De kantonrechter heeft de officier van justitie opgedragen het teveel betaalde bedrag aan de betrokkene terug te betalen en heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken in hoger beroep te gaan.