Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , uit [plaats] eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en omstandigheden.
Procesbelang.
Beroepsgronden.
Omvang van het geding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 30 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout behandeld. Eiseres, die een chronische medische aandoening heeft, is het niet eens met de besluiten van het college met betrekking tot haar recht op huishoudelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De rechtbank beoordeelt de besluiten van het college, die betrekking hebben op de toekenning van een maatwerkvoorziening voor hulp bij het huishouden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college, die haar een bepaalde hoeveelheid uren huishoudelijke ondersteuning hebben toegekend. De rechtbank stelt vast dat het college de indicaties voor de huishoudelijke hulp heeft vastgesteld op basis van geldende protocollen en normen, maar dat er ook ruimte is voor maatwerk op basis van persoonlijke omstandigheden. De rechtbank oordeelt dat het college niet tekort is gedaan aan eiseres, maar dat er wel aanleiding is om de indicatie voor de periode van 1 april 2023 tot 9 januari 2025 te verhogen. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten voor zover deze de omvang van de indicatie betreft en bepaalt dat eiseres recht heeft op een hogere indicatie voor huishoudelijke hulp. Eiseres krijgt het griffierecht terug en een proceskostenvergoeding van € 1.814,00. De uitspraak benadrukt het belang van maatwerk in de toekenning van zorg en ondersteuning.