ECLI:NL:RBZWB:2025:2837
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) en de toepassing van de herleidingsmethode
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 mei 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 5.227 opgelegd, welke door belanghebbende werd betwist. De rechtbank heeft op 31 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag onterecht was en vermindert deze tot € 5.112. Dit besluit is gebaseerd op de vaststelling van de historische nieuwprijs van de auto en de handelsinkoopwaarde, waarbij de rechtbank de koerslijst van Xray als geldig heeft erkend. Tevens is er een schadevergoeding van € 2.000 toegekend aan belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot het betalen van het griffierecht en de proceskosten aan belanghebbende, die in totaal € 3.108 bedragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.