Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 maart 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres,
Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 31 december 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 3 januari 2025 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 6 januari 2025 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 3 oktober 2025 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 53,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan eiseres.