Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres,
Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 3 oktober 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 7 oktober 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 8 oktober 2024 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 12 juni 2025 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan eiseres.