ECLI:NL:RBZWB:2025:1242
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering Participatiewet door Werkplein Hart van West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een uitkering op grond van de Participatiewet. Eiser had op 23 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een uitkering met terugwerkende kracht vanaf 30 december 2022. Werkplein Hart van West-Brabant heeft deze aanvraag afgewezen met een primair besluit op 11 december 2023 en heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard in een bestreden besluit op 11 april 2024. De rechtbank heeft het beroep op 27 januari 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van Werkplein.
De rechtbank concludeert dat Werkplein terecht heeft geoordeeld dat eiser de inlichtingenplicht heeft geschonden. Eiser heeft niet gemeld dat hij in november 2023 werkzaamheden heeft verricht, wat volgens Werkplein op geld waardeerbare arbeid is. Daarnaast heeft eiser onvoldoende informatie verstrekt over contante stortingen op zijn bankrekeningen, waardoor Werkplein niet kon vaststellen of eiser in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeerde. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in staat was om te werken vanwege medische redenen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op de gevraagde bijstandsuitkering en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.