ECLI:NL:CRVB:2024:934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijstand wegens schending medewerkingsverplichting en onduidelijke financiële situatie
In deze zaak gaat het om de afwijzing van aanvragen om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Appellanten, een echtpaar met twee minderjarige kinderen, hebben aanvragen ingediend voor zowel algemene als bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college heeft deze aanvragen afgewezen omdat appellanten niet voldaan hebben aan hun medewerkingsverplichting door de gevraagde bankafschriften niet te overleggen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerden. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld in hoger beroep, waarbij appellanten zich niet konden vinden in de eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De Raad heeft vastgesteld dat het college op goede gronden de aanvragen heeft afgewezen, omdat appellanten onvoldoende informatie hebben verstrekt over hun financiële situatie. De Raad bevestigt dat de medewerkingsverplichting van toepassing is vanaf het moment van aanvraag en dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hebben op bijstand. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de afwijzing van de aanvragen blijft in stand.