In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag van 6 november 2023, zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank merkt op dat deze zaak een vervolg is op eerdere beroepen wegens het niet tijdig beslissen op 911 eerdere verzoeken van eiser en zijn echtgenote. In die zaken heeft de rechtbank geoordeeld dat het college niet tijdig heeft beslist en heeft het college opgedragen om binnen 20 weken na 7 maart 2023 op al deze verzoeken te besluiten. Eiser heeft aangegeven dat het college inmiddels op al deze verzoeken heeft besloten door ze wegens misbruik van procesrecht buiten behandeling te stellen.
De rechtbank heeft het college verzocht om stukken in te dienen en te reageren op de overschrijding van de beslistermijn. Aangezien het college niet heeft gereageerd, heeft de rechtbank het college herinnerd aan de gevolgen van het uitblijven van een reactie. De rechtbank concludeert dat het college de beslistermijn heeft overschreden en legt een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank bepaalt dat het college binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en dat het griffierecht aan eiser moet worden vergoed.