Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 november 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] B.V., statutair gevestigd te [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Ten aanzien van de verblijfskosten is niet aannemelijk gemaakt dat de werknemers hiervoor kosten hebben gemaakt en deze kosten zijn ook niet nader onderbouwd met stukken. De heer [bestuurder 1] heeft in zijn mail van 1 maart 2019 aangegeven: "M.b.t. het onderdeel "hotelkosten" hebben wij in bijlage nog enkele facturen (zie factuur offshore hotel) ter staving bijgevoegd. Indien de Belastingdienst van mening blijft dat de verstrekte vergoedingen of een gedeelte van de verstrekte vergoedingen onterecht was, dan zien wij ons genoodzaakt om de vergoeding in zijn geheel of een gedeelte van de uitbetaalde vergoeding terug te vorderen van de betreffende werknemer." Allereerst willen we opmerken dat de bijgevoegde facturen zijn gericht aan [B.V. 1] en ze dateren allemaal uit 2012. Het onderhavige onderzoek ziet op een andere inhoudingsplichtige ( [belanghebbende] B.V.) en op de jaren 2013 en 2014. Bovendien is met een dergelijke factuur niet aannemelijk gemaakt dat de werknemer deze kosten heeft gemaakt, omdat ze aan inhoudingsplichtige is gericht. Wij zijn van mening dat de vergoeding niet onbelast vergoed kan worden gezien het voorgaande. Verder staat vast dat de vergoeding is uitbetaald aan de betreffende werknemers. Wij zijn dan ook van mening dat deze vergoeding als loon is genoten, op het genietingsmoment, het moment van
Motivering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.