In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de toekenning van begeleiding door een jobcoach op grond van het Reïntegratiebesluit. Eiser heeft beroep ingesteld bij de rechtbank, maar de rechtbank Rotterdam heeft het beroep doorgestuurd naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het UWV heeft met een besluit van 31 juli 2023 aan eiser 4,75 uur begeleiding toegekend voor de periode van 12 juni tot 1 juli 2023. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV heeft dit bezwaar ongegrond verklaard met een besluit van 1 november 2023, omdat de aanvraag te laat was ingediend. De rechtbank heeft op 15 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser aanwezig was, maar de gemachtigde van het UWV niet. De rechtbank oordeelt dat eiser geen procesbelang heeft, omdat het UWV aansluitend aan de periode waarover het in deze procedure gaat, opnieuw uren begeleiding heeft toegekend. Eiser heeft geen schade geleden, omdat de gemachtigde van eiser heeft verklaard dat hij de uren niet zal factureren aan eiser. Hierdoor is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, evenals het beroep van de gemachtigde van eiser, die geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen recht op vergoeding van griffierecht of proceskosten is.