Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 oktober 2024 in de zaak tussen
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Minister.
Inleiding
- Over het jaar 2014 een aanslag Vpb naar een belastbaar bedrag van € 530.563 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 24.408 belastingrente in rekening is gebracht (zaaknummer 21/3090);
- Over het jaar 2017 een aanslag Vpb naar een belastbaar bedrag van € 524.185 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 24.549 belastingrente in rekening is gebracht (zaaknummer 22/2019);
- Over het jaar 2018 een aanslag Vpb naar een belastbaar bedrag van € 445.508 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 20.008 belastingrente in rekening is gebracht (zaaknummer 23/2151).
Beoordeling door de rechtbank
.Het beroep wegens niet tijdig beslissen is niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.