ECLI:NL:RBZWB:2024:7262
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag Bpm en de toepassing van de herleidingsmethode
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd van € 19.595, welke door belanghebbende werd betwist. De rechtbank behandelt de zaak naar aanleiding van de aangifte van belanghebbende voor de registratie van een Volkswagen Tiguan, waarbij een taxatieverslag van JB Taxaties B.V. en een hertaxatie door Dienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) zijn ingediend. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de naheffingsaanslag ten onrechte heeft gehandhaafd en dat de handelsinkoopwaarde van de auto moet worden vastgesteld op € 34.954, met inachtneming van een waardevermindering wegens schade. De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag naar € 8.933 en kent belanghebbende een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 500, waarvan € 250 voor rekening van de inspecteur en € 250 voor de Staat. De rechtbank veroordeelt de inspecteur tot betaling van proceskosten aan belanghebbende ter hoogte van € 2.998 en het griffierecht van € 184. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.