In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de voortzetting van haar WIA-uitkering. Eiseres had een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) in de arbeidsongeschiktheidsklasse 65-80% per 2 maart 2018 en een toekenning in de klasse 80-100% per 27 maart 2021. Het UWV had de mate van arbeidsongeschiktheid per 27 maart 2021 verhoogd van 73,24% naar 75,18%, maar de rechtbank concludeert dat de arbeidsongeschiktheid per 27 maart 2021 volledig maar niet duurzaam is. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid per 2 maart 2018 heeft vastgesteld op 72,59% en dat de WIA-uitkering ongewijzigd is voortgezet. De rechtbank heeft de uitspraak op 22 oktober 2024 gedaan, waarbij het beroep van eiseres ongegrond is verklaard. Eiseres heeft recht op een WGA-uitkering, maar niet op een IVA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Het UWV moet het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden.