ECLI:NL:RBZWB:2024:6983
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na schending van de inlichtingenplicht
Op 15 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (verweerder) en de eiseres, die optreedt als bewindvoerder van betrokkene. De zaak betreft de herziening en terugvordering van een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. Betrokkene ontving sinds 5 juli 2021 een bijstandsuitkering, maar heeft in de periode van 20 september 2021 tot 20 mei 2022 geen melding gemaakt van haar inkomsten uit werk, die zij via een bemiddelingsbureau ontving. Orionis heeft op basis van anonieme meldingen en een administratief onderzoek besloten de bijstandsuitkering te herzien en de ten onrechte betaalde uitkering van € 8.115,73 terug te vorderen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar Orionis heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de zaak op 27 september 2024 behandeld. De rechtbank oordeelt dat betrokkene haar inlichtingenplicht heeft geschonden door geen volledige informatie over haar inkomsten te verstrekken. De rechtbank concludeert dat Orionis op goede gronden de bijstandsuitkering heeft herzien en teruggevorderd. Eiseres heeft aangevoerd dat betrokkene door haar opname in een kliniek niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om de schending van de inlichtingenplicht te rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, gezien de opzettelijke schending van de inlichtingenplicht door betrokkene. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af.