Uitspraak
2.PARKEEROVEREENKOMST
5.BETALING
“dat de exploitatie van de camping wat betreft de toeristische plaatsen, gelet op de korte duur waarvoor deze worden verhuurd en op de aanwezigheid van bijkomende (recreatieve) voorzieningen, voor de toepassing van de onderwerpelijke regeling niet wezenlijk verschilt van de exploitatie van een hotelbedrijf, dat naar de bedoeling van de wetgever niet onder de regeling valt”.Echter, in dat arrest wordt tevens de aanwezigheid van bijkomende (recreatieve) voorzieningen genoemd, waardoor de exploitatie van een camping niet wezenlijk verschilt van de exploitatie van een hotelbedrijf, dat naar de bedoeling van de wetgever niet onder de regeling valt. Naar het oordeel van de rechtbank zijn in het geval van belanghebbende de bijkomende voorzieningen in de parkeergarages zeer beperkt en is verder sprake van een wezenlijk verschil in exploitatie tussen een hotel/camping en een parkeergarage, nu bij een hotel sprake is van bijkomende voorzieningen in de vorm van het aanbieden van logies en daarbij horende verzorging (schoonmaak, ontbijt, roomservice etc), aan welke dienstverlening de exploitatie van de onroerende zaak ondergeschikt is. Bij de exploitatie van een parkeergarage is daarvan geen sprake.
Formulieren en inloggen (https://mijn.rechtspraak.nl/keuze)” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.