ECLI:NL:RBZWB:2024:6896

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
BRE 21/4817
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering door UWV en beoordeling door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres had op 28 augustus 2020 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 3 februari 2021 werd afgewezen. Het UWV handhaafde deze afwijzing na het bezwaar van eiseres op 29 september 2021. De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het UWV. De rechtbank heeft op 30 juni 2023 het onderzoek heropend en een deskundige benoemd om de situatie van eiseres te beoordelen. De deskundige rapporteerde op 18 december 2023 en gaf aan dat eiseres niet in staat was om een uur aaneengesloten te werken en niet vier uur per dag belastbaar was, wat zij onderbouwde met haar bevindingen.

De rechtbank oordeelt echter dat het UWV terecht heeft geweigerd de Wajong-uitkering toe te kennen. De rechtbank volgt de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van het UWV, die stelde dat eiseres wel degelijk in staat is om een uur aaneengesloten te werken en vier uur per dag belastbaar is. De rechtbank wijst erop dat de deskundige niet overtuigend heeft aangetoond dat eiseres niet in staat is om deze uren te werken. De rechtbank concludeert dat eiseres, ondanks haar beperkingen, basale werknemersvaardigheden heeft en met begeleiding in staat is om een eenvoudige taak uit te voeren. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe, noch vergoeding van het griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4817 Wajong

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. A.E.E. Vollebregt),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het UWV).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten (Wajong).
Het UWV heeft de aanvraag met het besluit van 3 februari 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 29 september 2021 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en namens het UWV mr. M.B.A. van Grinsven.
Met de beslissing van 30 juni 2023 is het onderzoek heropend en heeft de rechtbank bepaald dat een verzekeringsarts als deskundige zal worden opgedragen onderzoek te verrichten en daarvan verslag uit te brengen. De rechtbank heeft [naam] als deskundige benoemd. Op 18 december 2023 heeft zij gerapporteerd.
Partijen hebben gereageerd op het rapport van de deskundige. De rechtbank heeft de reactie van het UWV doorgestuurd aan de deskundige, met het verzoek daarop te reageren. Op 15 april 2024 heeft de deskundige aanvullend gerapporteerd. Het UWV heeft ook op dit rapport een inhoudelijke reactie gegeven.
De rechtbank heeft op 19 augustus 2024 aan partijen laten weten dat zij een nadere zitting niet nodig vindt en gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Eiseres heeft op 5 september 2024 nog een inhoudelijke reactie gegeven. In die brief heeft ze tevens aangegeven dat afgezien wordt van een nadere zitting. Het UWV heeft bij brief van 10 september 2024 gereageerd op de brief van eiseres. De rechtbank heeft deze brief doorgestuurd naar eiseres. Eiseres heeft desgevraagd aangegeven geen aanvullende reactie te hebben. Daarbij heeft zij haar akkoord voor het doen van een uitspraak zonder nadere zitting gehandhaafd. Ook het UWV heeft (telefonisch) aangegeven akkoord te zijn met een uitspraak zonder nadere zitting. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek op 23 september 2024 gesloten.

Totstandkoming van het besluit

Feiten
1. Eiseres heeft op 28 augustus 2020 een aanvraag gedaan voor een Wajong-uitkering.
Na een medisch en arbeidskundig onderzoek heeft het UWV geoordeeld dat eiseres nog arbeidsvermogen heeft. Bij besluit van 3 februari 2021 heeft het UWV geweigerd aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen
.Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank is van oordeel dat het UWV op goede gronden heeft besloten geen Wajong-uitkering toe te kennen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Overwegingen
4. Uit de regelgeving volgt dat het UWV moet beoordelen of eiseres voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiser kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiser beschikt niet over basale werknemersvaardigheden
- eiser kan niet een uur aangesloten werken
- eiser is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen).
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan, dan moet het UWV beoordelen of deze situatie duurzaam is.
5. Bij de beoordeling maakt het UWV gebruik van de Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA)-systematiek. Bij deze beoordeling staat de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ centraal. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft verweerder het ‘Compendium Participatiewet’ vastgesteld.
6. Ter beoordeling ligt voor of het UWV terecht heeft geweigerd eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen op de grond dat zij arbeidsvermogen had. Partijen zijn verdeeld over de vraag of eiseres voldoet aan de voorwaarden genoemd onder punt 4.
Medische grondslag van het bestreden besluit
7. Het bestreden besluit, voor zover dit ziet op de medische beoordeling, is gebaseerd op rapporten van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts b&b) van het UWV.
8. De verzekeringsarts heeft gerapporteerd dat eiseres beperkingen heeft ten aanzien van het bewegingsapparaat en de autonomie. Deze beperkingen waren ook aanwezig op het 17e en 18e jaar. Rekening houdend met die beperkingen is eiseres in staat om tenminste 1 uur aaneengesloten belastbaar te zijn, gedurende 2 x 2 uur verspreid over de dag.
9. De verzekeringsarts b&b heeft gerapporteerd dat op basis van zijn eigen onderzoeksbevindingen en de gegevens uit het dossier eiseres in staat wordt geacht om 1 uur aaneengesloten en 4 uur per dag belastbaar te zijn. De omschrijving en de beperkingen aangenomen door de primaire verzekeringsarts zijn passend. Eiseres wordt in staat geacht relatief eenvoudig werk met op psychisch en fysiek vlak een lage belasting, uit te voeren.
Standpunt eiseres
10. Eiseres heeft tegen het medisch oordeel aangevoerd, zakelijk weergegeven, dat uit de in bezwaar overgelegde stukken blijkt dat zij geen uur aaneengesloten kan werken en dat zij niet 4 uur per dag belastbaar is. Eiseres kan zich verbaal sterk en positief presenteren, maar dit sluit niet aan bij de feitelijke werkelijkheid. Eiseres is niet in staat om zonder ondersteuning een zelfstandig leven te leiden. Zij heeft haar opleiding niet conform de norm afgemaakt en zij heeft ook geen volwaardige stage gelopen. Zonder haar moeder en de school zou ze geen diploma hebben kunnen halen. Verder heeft eiseres nog aangevoerd dat onvoldoende aandacht is besteed aan haar lichamelijke beperkingen. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres medische informatie en een overzicht van haar activiteiten overgelegd.
Standpunt UWV
11. Het UWV heeft zich, zakelijk weergegeven, op het standpunt gesteld dat aandacht is besteed aan alle klachten van eiseres. Ook de lichamelijke beperkingen zijn meegenomen. Het UWV erkent dat eiseres een heleboel niet kan, maar er zijn veel dingen die zij nog wel kan. De verzekeringsarts b&b heeft een juist beeld gehad van de klachten en aandoeningen van eiseres. Uit de beschikbare informatie komt naar voren dat eiseres vaak wordt overschat. Dit gegeven is ook meegewogen door de verzekeringsarts b&b. Uit de eigen bevindingen volgt dat eiseres zich 60 minuten kan concentreren. Haar stelling dat ze dat niet kan, is niet in overeenstemming met de stimulans vanuit Philadelphia Zorg (hierna: Philadelphia) om een opleiding op niveau 2 en eventueel 3 te gaan volgen. Verder gamet eiseres, kookt zij voor een groep en doet zij zelf boodschappen. Dit zijn allemaal activiteiten waarbij concentratie nodig is. De verzekeringsarts b&b blijft van mening dat eiseres 1 uur aaneengesloten kan werken en dat zij 4 uur per dag belastbaar is.
Advies deskundige
12. De deskundige heeft eiseres gezien en het dossier bestudeerd. De deskundige heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet in staat is om 1 uur onafgebroken achter elkaar een taak uit te voeren. Zij heeft meer dan eenmaal per uur bijsturing nodig. De deskundige heeft dit oordeel onder andere gebaseerd op haar eigen bevindingen tijdens het spreekuur. Deze bevindingen zijn volgens de deskundige verklaarbaar vanuit de ASS en de ADHD. Verder is de deskundige van oordeel dat eiseres ook niet in staat om 4 uur op een werkdag werkzaamheden uit te voeren, omdat de noodzakelijke ligmomenten veelvuldig zijn en vanwege de beperkte beschikbaarheid in verband met noodzakelijke behandelsessies. De deskundige is van oordeel dat er geen mogelijkheden zijn om tot verbetering van de belastbaarheid te komen.
Wat vinden eiseres en UWV van het advies?
13. Eiseres heeft zich kunnen vinden in het advies van de deskundige. De verzekeringsarts b&b heeft opmerkingen gemaakt bij de wijze waarop de deskundige het onderzoek heeft verricht. Hij heeft, onder andere, opgemerkt dat ten onrechte een functionele mogelijkhedenlijst (fml) is opgesteld. Inhoudelijk heeft de verzekeringsarts b&b de bevindingen van de deskundige betwist. Daarbij heeft hij opgemerkt dat de conclusie van de deskundige niet gevolgd kan worden omdat eiseres wel in staat is geweest rijlessen te volgen en een rijbewijs te halen. Ook was zij in staat om 5 maal per week 41 kilometer te reizen om lessen te volgen uit het tweede jaar van een MBO-opleiding. Verder heeft de verzekeringsarts b&b verwezen naar de informatie verkregen van Philadelphia en heeft de verzekeringsarts b&b gewezen op een aantal verschrijvingen.
Aanvullend advies van de deskundige
14. De deskundige heeft de door de verzekeringsarts b&b geconstateerde verschrijvingen erkend. De fml heeft zij opgesteld ter verduidelijking van de beperkingen van eiseres. De deskundige kan zich grotendeels vinden in de door de verzekeringsartsen aangenomen beperkingen, maar zij blijft van mening dat eiseres geen uur aaneengesloten kan werken en ook niet 4 uur per dag belastbaar is. Daarbij heeft zij toegelicht dat in het kader van de opleiding de stages gegund werden aan eiseres en dat de stage-eisen steeds werden aangepast. Het rijbewijs heeft eiseres kunnen halen omdat een instructeur op de achterbank zat. Met betrekking tot de informatie van Philadelphia heeft de deskundige gesteld dat deze instelling zaken noteert om eiseres te bewegen tot actie, zodat met name de dingen die goed gaan worden benoemd. Vanuit dat perspectief moeten ook de plannen om een opleiding in Breda te volgen, worden gezien. Dit plan was ingegeven door een gebrekkig zelfinzicht en overschatting van de eigen mogelijkheden. In de praktijk is ook gebleken dat dit niet haalbaar was.
Nadere reactie UWV
15. De verzekeringsarts b&b heeft gesteld dat de deskundige niet dan wel onvoldoende heeft onderbouwd dat eiseres geen uur aaneengesloten kan werken. De deskundige heeft bij haar oordeel niet betrokken hoe eiseres de MBO-opleiding en stages heeft kunnen voltooien. De claim van continue oppassing en begeleiding is strijdig met het halen van het rijbewijs en het zelfstandig kunnen rijden in de auto. Het is duidelijk dat eiseres begeleiding nodig heeft, zeker in stressvolle situaties, maar dit maakt niet dat zij afhankelijk is bij het uitvoeren van de meest basale activiteiten. Verder is de verzekeringsarts b&b van mening dat niet duidelijk naar voren komt op basis waarvan eiseres meer dan 1 keer per uur moet worden aangestuurd. Met betrekking tot de conclusie van de deskundige dat eiseres niet 4 uur per dag belastbaar is, heeft de verzekeringsarts b&b een berekening gemaakt van het aantal uren dat eiseres kwijt is aan de fysiotherapie, ligmomenten en zelfverzorging. Bij elkaar is dit 2,5 uur per dag, zodat het mogelijk is dat zij 4 uur per dag (gesplitst in 2 x 2 uur) een taak kan uitvoeren.
Nadere reactie van partijen
16. Partijen hebben over en weer nog op elkaar gereageerd. Daarbij heeft eiseres gesteld dat het UWV een zeer formele invalshoek hanteert en op details van procedurele aard stuurt. Eiseres vind het spijtig dat UWV niet objectief heeft gekeken naar de inhoudelijke mening van de deskundige.
17. Het UWV heeft opgemerkt begrip te hebben voor de situatie van eiseres. Het medisch onderzoek is echter zorgvuldig geweest en eiseres voldoet niet aan de voorwaarden om voor een Wajong-uitkering in aanmerking te komen.
Oordeel rechtbank
18. Het is vaste rechtspraak dat de bestuursrechter in beginsel het oordeel van een onafhankelijk door hem ingeschakelde deskundige volgt, indien de door deze deskundige gebezigde motivering hem overtuigend voorkomt. [1] Als het rapport niet overtuigend is, wordt de deskundige niet gevolgd. [2]
19. Het rapport van de deskundige en haar aanvullende rapportage heeft de rechtbank er niet van overtuigd dat eiseres geen uur aaneengesloten kan werken en niet 4 uur per dag belastbaar is. Hierna zal de rechtbank uitleggen waarom.
Kan eiseres een uur aangesloten werken?
20. Het UWV hanteert bij de beoordeling van het arbeidsvermogen het compendium Participatiewet (Compendium). In dit Compendium is over de voorwaarde van één uur aangesloten werken vermeld dat dit ziet op het zelfstandig functioneren van de betrokkene in relatie tot de continuïteit van het arbeidsproces. Daarbij gaat het er uitsluitend om dat niet vaker dan één keer per uur een substantiële onderbreking van het productieproces noodzakelijk is om de betrokkene bij te sturen als gevolg van beperkingen in aandacht, geheugen of stemming. De noodzaak om iemand bij te sturen is er als hij zelf niet kan onderkennen dat hij op enig moment niet adequaat functioneert en/of hij zichzelf daarin niet kan corrigeren. De Centrale Raad van Beroep heeft eerder overwogen dat deze toelichting aansluit bij de bedoeling van de wetgever. [3] Dat er een noodzaak is van voortdurend toezicht en/of intensieve begeleiding staat in beginsel niet in de weg aan het aannemen van arbeidsvermogen. [4]
21. De deskundige heeft gesteld dat eiseres voortdurend bijsturing nodig heeft, zodat zij geen uur aaneengesloten kan werken. Al na 20 tot 30 minuten is haar aandacht elders. Deze stelling heeft de deskundige gebaseerd op haar eigen ervaring tijdens het spreekuurcontact, waaruit een snelle afleidbaarheid blijkt (verkeer buiten, geluid toetsenbord) en de anamnese.
22. Het enkele feit dat eiseres tijdens het gesprek met de deskundige afgeleid raakt door het verkeer of het geluid van het toetsenbord is onvoldoende om te oordelen dat eiseres geen uur kan werken. De deskundige heeft niet inzichtelijk gemaakt dat eiseres, al dan niet met begeleiding, niet in staat is haar aandacht weer op het gesprek te kunnen richten. Uit de in het dossier aanwezige medische stukken blijkt verder niet dat eiseres niet in staat is haar aandacht op het werk te kunnen blijven richten. Overigens heeft de deskundige op bladzijde 7 van haar rapport nog opgemerkt dat eiseres hinder heeft van het verkeer en het typen, maar dat dit haar niet afleidt van het verhaal. Deze opmerking lijkt tegenstrijdig met haar stelling dat eiseres voortdurend bijsturing nodig heeft.
23. Uit het rapport van de deskundige blijkt verder dat zij haar standpunt dat eiseres geen uur aaneengesloten kan werken mede baseert op de eigen verklaringen van eiseres. De verzekeringsarts b&b heeft terecht opgemerkt dat deze verklaringen niet in overeenstemming zijn met het feit dat eiseres wel in staat is geweest om haar rijbewijs te halen en dat zij in 4 jaar tijd haar mbo-opleiding heeft gehaald. De stelling van de deskundige dat de stages die eiseres moest volgen voor de opleiding haar gegund werden en dat zij niet kon voldoen aan de stage-eisen, volgt niet uit de stukken. Zonder nadere onderbouwing van die stelling, zoals een verklaring van de school, is het niet aannemelijk dat eiseres een diploma heeft gekregen zonder dat zij aan de eisen die aan dat diploma gesteld worden, heeft voldaan.
24. Met betrekking tot het behalen van het rijbewijs merkt de rechtbank op dat het algemeen bekend is dat een rijexamen in totaal ongeveer 1 uur duurt. Het enkele feit dat de instructeur op de achterbank van de auto gezeten zou hebben, doet niets af aan het feit dat eiseres in staat is geweest dit examen met succes af te leggen. Zeker bij het verkrijgen van een rijbewijs kan de rechtbank zich niet voorstellen dat een rijbewijs wordt afgegeven als iemand zich niet kan concentreren op de weg of dat er sprake is van onvoldoende aandacht voor het verkeer. Dat er goed wordt gekeken naar de eisen van rijvaardigheid blijkt ook wel uit de brief van het CBR van 17 januari 2019 waarin een voorwaarde voor rijgeschiktheid is opgenomen, namelijk het rijden met een automatische versnelling. In het geval er ook wezenlijke problemen in de aandacht of concentratie zijn geweest dan was dat ook opgenomen en/of was eiseres niet rijgeschikt verklaard. Verder blijkt uit het spreekuurcontact met de verzekeringsarts b&b dat eiseres haar rijbewijs en haar theorie-examen op één dag heeft gehaald. Ook dit verhoudt zich niet goed met het standpunt dat eiseres zich niet kan concentreren en voortdurend bijsturing nodig heeft. Verder blijkt uit de overige stukken in het dossier ook niet dat eiseres meer dan één keer per uur moet worden bijgestuurd, zoals bedoeld in het Compendium.
25. Verder acht de rechtbank nog van belang dat de verzekeringsarts b&b tijdens de bezwaarprocedure eiseres heeft gezien. Uit het verslag van het onderzoek dat de verzekeringsarts b&b heeft verricht in het kader van de bezwaarprocedure blijkt dat er gedurende het spreekuur en hoorzitting van 60 minuten geen aandachts- of concentratie-stoornissen zijn waargenomen. Ook dit onderzoek wijst er dus op dat eiseres in staat is gedurende 1 uur aaneengesloten kan werken.
26. Gelet op alles wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat eiseres, ook onder toezicht en met begeleiding, niet in staat is één uur aangesloten te werken.
Is eiseres 4 uur per dag belastbaar?
27. De deskundige heeft haar standpunt dat eiseres niet 4 uur per dag belastbaar is onderbouwd door te wijzen op de veelvuldige momenten waarop eiseres gaat liggen en de noodzakelijke behandelsessies. Ook dit standpunt is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. De veelvuldige ligmomenten ontberen immers een medische grondslag. De deskundige is hierbij alleen uitgegaan van de eigen verklaring van eiseres.
Uit de beschikbare medische gegevens, waaronder de verklaring van de revalidatie-arts van 18 november 2019 blijkt weliswaar dat eiseres meerdere keren per dag een rustpauze moet nemen van minimaal 10 minuten, maar niet dat dit elke 2 uur zou moeten zijn. Als dit zo veelvuldig zou zijn, had het in de rede gelegen dat dit expliciet zou zijn opgenomen. Overigens blijkt ook niet uit het dagverhaal van eiseres, zoals dat is weergegeven door de deskundige en de verzekeringsarts b&b, dat eiseres iedere 2 uur moet rusten.
28. De verzekeringsarts b&b heeft een berekening gemaakt van het aantal uren dat eiseres kwijt is aan behandelingen. In totaal komt dit op 2,5 uur per dag. Eiseres heeft deze berekening niet betwist. De rechtbank kan de verzekeringsarts b&b volgen in zijn standpunt dat naast deze verminderde beschikbaarheid voldoende mogelijkheid bestaat om te rusten. Uit de beschikbare gegevens kan dan ook niet worden opgemaakt dat eiseres niet gedurende 2 uur een taak kan uitvoeren, dan wat langer rusten en dan niet weer 2 uur een taak kan uitvoeren.
Tussenconclusie
29. Gelet op wat hiervoor is overwogen ziet de rechtbank aanleiding om af te wijken van de conclusies van de deskundige. De conclusies van de verzekeringsarts b&b en zijn reacties op het rapport van de deskundige kan de rechtbank volgen. De rechtbank heeft daarom geen aanleiding eraan te twijfelen dat eiseres 1 uur aaneengesloten kan werken en gedurende 4 uur per dag (2 x 2 uur) belastbaar is.
Heeft eiseres basale werknemersvaardigheden?
30. De rechtbank merkt op dat de deskundige, buiten de onderzoeksopdracht om, zich op het standpunt heeft gesteld dat eiseres geen basale werknemersvaardigheden heeft. De rechtbank had echter geen aanleiding te twijfelen aan het standpunt van het UWV dat eiseres basale werknemersvaardigheden heeft. Het rapport van de deskundige geeft de rechtbank geen aanleiding daar anders over te denken. Zoals de verzekeringsarts b&b in zijn rapportage van 6 december 2022 terecht heeft opgemerkt, is eiseres er in het verleden in geslaagd om naar school te gaan en rijlessen te nemen. Daarvoor is het ook noodzakelijk dat zij afspraken kan nakomen. Dat hiervoor mogelijk een stimulering vanuit de omgeving nodig is, betekent niet dat zij afspraken niet begrijpt en/of niet in staat is deze na te komen.
Kan eiseres een taak verrichten?
31. Het is duidelijk dat eiseres begeleiding nodig heeft. De arbeidsdeskundige b&b heeft voldoende gemotiveerd dat eiseres in staat is, met begeleiding van een jobcoach, een taak te verrichten. Daarbij is aangegeven dat de geduide taak ‘scannen’ eenvoudig werk is, met een enkele taak en lichamelijk niet belastend is. Het is zittend werk met de mogelijkheid te vertreden en eiseres kan het werk in haar eigen tempo doen. In deze taak hoeft zij niets te plannen, te structuren of prioriteiten te stellen. De rechtbank heeft, gelet op deze toelichting van de arbeidsdeskundige b&b, geen reden te twijfelen aan de geschiktheid van deze taak.

Conclusie en gevolgen

32. Gelet op alles wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat het UWV terecht heeft geweigerd aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding Ook krijgt eiseres het griffierecht niet vergoed

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.J.M. van Hees, griffier op 15 oktober 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Bijlage wettelijk kader
In artikel 1a:1, eerste lid, van de Wajong is bepaald, voor zover hier van belang, dat jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
In artikel 1a:1, achtste lid, van de Wajong 2015 is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
In artikel 1a:2, eerste lid, van de Wajong 2015 is bepaald dat de jonggehandicapte recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van dit hoofdstuk, tenzij op hem een uitsluitingsgrond, als bedoeld in artikel 1a:6, eerste lid, van toepassing is.
Op grond van artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit, zoals dat luidt per 1 januari 2015, heeft betrokkene geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
In het tweede lid van artikel 1a is bepaald dat een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de kleinste eenheid van een functie is en bestaat uit één of meerdere handelingen.