In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het verlenen van een tijdelijke omgevingsvergunning voor een bouwweg ten behoeve van de realisatie van een bouwproject. De tijdelijke omgevingsvergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert op 16 december 2020. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 3 maart 2023, waarin het beroep van eiser gegrond werd verklaard, heeft het college opnieuw een beslissing genomen, maar deze werd wederom ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft op 27 augustus 2024 de zaak behandeld. Eiser stelt dat hij nog procesbelang heeft, omdat hij schade heeft geleden door de tijdelijke bouwweg, waaronder geluidsoverlast en scheurvorming in zijn woning. De rechtbank moet echter eerst vaststellen of eiser daadwerkelijk procesbelang heeft. Dit houdt in dat er moet worden beoordeeld of eiser nog belang heeft bij de uitkomst van de procedure.
De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft, omdat de tijdelijke bouwweg inmiddels niet meer aanwezig is en er geen aannemelijk bewijs is dat eiser schade heeft geleden als gevolg van de omgevingsvergunning. De rechtbank wijst erop dat hinder niet automatisch betekent dat er ook sprake is van schade. Eiser heeft geen objectieve gegevens overgelegd die zijn claims ondersteunen. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld en eiser het griffierecht niet terugkrijgt.