Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 september 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
“5. Gevolgen
Partijen verbinden aan de hiervoor vermelde feiten de volgende fiscaalrechtelijke of civielrechtelijke gevolgen:
De aangiftes inkomstenbelasting 2015 tot en met 2018 worden gecorrigeerd naar de onderstaande bedragen:
De belastbare winst na aftrek ziet er als volgt uit:
7. Afstand van rechtsmiddelen
Motivering
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen tegen de vergrijpboetes 2015, 2016 en 2017 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze betrekking hebben op die vergrijpboetes;
- vernietigt de vergrijpboete Sparkasse 2017 en vermindert de vergrijpboete opgelegd bij de navorderingsaanslag IB/PVV over 2017 voor het overige tot € 2.733;
- vermindert de vergrijpboete opgelegd bij de navorderingsaanslag IB/PVV over 2015 tot € 2.917;
- vermindert de vergrijpboete opgelegd bij de navorderingsaanslag IB/PVV over 2016 tot € 1.730;
- verklaart het beroep tegen de vergrijpboete opgelegd bij de navorderingsaanslag IB/PVV over 2018 ongegrond;
- wijst het verzoek om een vergoeding van immateriële schade af;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan belanghebbende.