ECLI:NL:RBZWB:2024:6049
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in relatie tot bestemmingsplan en gebruik
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 augustus 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn woning beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 949.000, maar belanghebbende betwistte deze waarde en stelde dat de woning slechts € 899.000 waard was. De rechtbank constateert dat geen van beide partijen erin slaagt om hun voorgestelde waarde aannemelijk te maken. De rechtbank bepaalt daarom zelf de waarde van de woning schattenderwijs op € 905.000, rekening houdend met de agrarische bestemming van een deel van de grond. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het waardedrukkende effect van de agrarische bestemming. Het beroep van belanghebbende wordt gegrond verklaard, de WOZ-waarde wordt verlaagd en de heffingsambtenaar wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten aan belanghebbende.