ECLI:NL:RBZWB:2024:5506
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- M. Zander
- Rechtspraak.nl
Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst en voortzetting arbeidsovereenkomst
In deze zaak verzoekt de werknemer, [verzoeker], de rechtbank om de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst door de werkgever, [verweerder] B.V., te vernietigen. De werknemer is op 1 februari 2023 in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die eindigde op 1 februari 2024. De werkgever heeft op 24 januari 2024 schriftelijk meegedeeld dat het contract niet verlengd zou worden. De werknemer stelt echter dat er een verlenging van het contract tot 1 februari 2025 is overeengekomen, gebaseerd op eerdere gesprekken en evaluaties. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer in de gegeven omstandigheden de verklaringen en gedragingen van de werkgever zo heeft mogen begrijpen dat de arbeidsovereenkomst zou worden voortgezet na 1 februari 2024. De opzegging wordt als onregelmatig beschouwd, omdat de werkgever niet met de werknemer heeft ingestemd en geen redelijke grond had voor de opzegging. De kantonrechter kent de werknemer een billijke vergoeding van € 75.000,- toe, evenals een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 2.752,26. De proceskosten worden aan de werkgever opgelegd.