Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 augustus 2024 in de zaak tussen
het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland (GS),
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1. Wat zijn de feiten?
primair besluit I) op schrift gesteld en bekendgemaakt aan eiser en de aannemer. GS heeft het besluit gebaseerd op het inspectierapport van de toezichthouders, het ‘Kennisdocument over de rugstreeppad’ van Bij12 (hierna: Kennisdocument), een ‘Ecologische vrijgave bouwrijp maken bedrijventerrein Welgelegen IV te Tholen’ van Melk en Honingh (hierna: Ecologische vrijgave) de ‘Quickscan Wet natuurbescherming wijk Dalempolder’ van Econsultancy van 31 maart 2021 (hierna: Quickscan), een ‘Nader onderzoek ecologie wijk Dalempolder te Tholen’ van Econsultancy van 15 juli 2022 (hierna: Nader onderzoek) en een ‘Memo inspectie holtes en beoordeling geschiktheid rugstreeppad’ van Econsultancy van 3 februari 2022 (hierna: Memo).
primair besluit II) heeft GS primair besluit I ingetrokken. GS heeft daarbij vermeld:
“Anders dan de voorzieningenrechter oordeelt, blijven wij op het standpunt staan dat het besluit van 16 november 2022 tot toepassing van bestuursdwang, bestaande uit het stilleggen van alle activiteiten binnen het projectgebied bedrijventerrein Welgelegen IV te Tholen, terecht was”.GS heeft primair besluit I ingetrokken, omdat de door GS gestelde overtreding als gevolg van de ontheffing van 9 maart 2023 is opgeheven.
2. Heeft eiser procesbelang?
De beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept primair besluit I en II;
- draagt GS op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt GS in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.944,-.