4.1.Naar het oordeel van rechtbank maakt de inspecteur, tegenover de gemotiveerde, betwisting door belanghebbende, aannemelijk dat in de gecorrigeerde gevallen (zie 3.6) van dergelijke langdurende verhuur aan particulieren sprake is. Voor dat geval is de hoogte van de correcties tussen partijen niet langer in geschil, nu de gemachtigde ter zitting de berekeningswijze van de inspecteur (zie 3.6) heeft bevestigd. De inspecteur heeft de correcties dan ook terecht toegepast. De rechtbank legt haar oordeel hierna per correctie nader uit.
Correcties 1 ( [kenteken 1] )
4.1.1.Belanghebbende stelt dat in dit geval geen sprake is van verhuur, maar dat zij aan de in het Mietvertrag genoemde huurder, [naam 4] , enkel een dienst heeft verricht bestaande uit de registratie van de auto. Volgens belanghebbende is het overgelegde Mietvertrag in dit geval dan ook geen verhuurovereenkomst, maar heeft zij dit sjabloon alleen gebruikt om de gegevens van de gebruiker van de auto vast te leggen voor het geval er bij haar, als eigenaar van de auto, verkeersboetes binnenkomen. Zij heeft ter zake van deze registratiedienst dan ook terecht Duitse omzetbelasting in rekening gebracht, aldus belanghebbende. De inspecteur heeft dit gemotiveerd betwist.
4.1.2.Naar het oordeel van de rechtbank maakt de inspecteur, onder verwijzing naar het Mietvertrag, aannemelijk dat sprake is van verhuur van de auto aan [naam 4] . De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat belanghebbende de eigenaar van de auto is en [naam 4] de gebruiker en acht het daarom aannemelijk dat belanghebbende een vergoeding krijgt voor de terbeschikkingstelling van de auto. Daarmee is ook aannemelijk dat het Mietvertrag een verhuurovereenkomst is. De rechtbank betrekt in haar beoordeling dat in het Mietvertrag, naast de gegevens van de huurder, specifieke bepalingen zoals de kilometerstand van de auto, de aanwezige lakschade, de maandelijkse huurprijs, de betalingswijze (al dan niet in contanten) en een borg zijn ingevuld (zie 3.3). De omstandigheid dat er geen facturen zijn overgelegd die betrekking hebben op de verhuurdienst, maakt dat niet anders. Het is immers in een geval als dit niet verplicht om aan particulieren een factuur uit te reiken. Bovendien kan ook sprake zijn geweest van contante betaling. Voor zover, zoals belanghebbende bepleit, (deels) sprake zou zijn van een registratiefee, is ook deze registratiefee naar het oordeel van de rechtbank onderdeel van de vergoeding voor de verhuur van de auto.
Correctie 2 ( [kenteken 3] )
4.1.3.Belanghebbende stelt dat ook in dit geval geen sprake is van verhuur, maar van een dienst bestaande uit de registratie van de auto. Om dezelfde redenen als vermeld in 4.1.2 volgt de rechtbank belanghebbende daarin niet en acht zij aannemelijk dat sprake is van langdurende verhuur van de auto aan een in Nederland wonende particulier. Voor dat geval is de hoogte van de correctie van € 516,32, zoals door de inspecteur in zijn pleitnota genoemd, niet in geschil. Bij uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur een bedrag van € 306,70 gecorrigeerd. Voor het verschil beroept de inspecteur zich zo nodig op interne compensatie.
Correctie 4 ( [kenteken 4] )
4.1.4.Belanghebbende stelt voor dit geval dat de afnemer van de verhuurdienst niet de in het Mietvertrag genoemde particulier, [naam 7] , is maar de op de factuur vermelde vennootschap, [B.V. 1] Daarmee is sprake van de verhuur aan een in Nederland gevestigde btw-ondernemer en is de omzetbelastingheffing verlegd naar de afnemer, aldus belanghebbende. De inspecteur betwist dat de vennootschap de afnemer van de verhuurdienst is. Volgens hem moet in dit geval worden afgeweken van het door de Hoge Raadgeïntroduceerde bewijsvermoeden dat de partij aan wie gefactureerd is, ook de afnemer van de prestatie is. Het door belanghebbende en [naam 7] ondertekende Mietvertrag vormt daarvoor het tegenbewijs, aldus de inspecteur.
4.1.5.De rechtbank overweegt dat onder afnemer moet worden verstaan degene met wie de ondernemer een rechtsbetrekking is aangegaan ingevolge welke de ondernemer de dienst verleent. Het moet ervoor worden gehouden dat, behoudens tegenbewijs, aan wie door de ondernemer een factuur wordt uitgereikt waarin hij wordt genoemd als degene aan wie de in de factuur vermelde dienst is verricht, degene is geweest aan wie de dienst is verricht.De rechtbank volgt de inspecteur in zijn standpunt dat de particulier, [naam 7] , in dit geval de afnemer van de verhuurdienst is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur, door te verwijzen naar de in het Mietvertrag gemaakte afspraken, het van hem verlangde tegenbewijs geleverd dat niet de vennootschap maar de particulier de afnemer van de verhuurdienst is. Daaruit volgt immers dat de particulier, [naam 7] , de rechtsbetrekking met belanghebbende is aangegaan ingevolge waarvan de verhuurdienst is verleend.Belanghebbende heeft haar stelling dat een ander dan de in het Mietvertrag genoemde persoon de afnemer van de dienst is, anders dan door overlegging van de factuur, niet nader onderbouwd.
Correcties 5 ([kenteken 5] )
4.1.6.Partijen zijn het erover eens dat de inspecteur deze correcties terecht heeft toegepast behoudens voor zover deze zien op het over het vierde kwartaal van 2018 gefactureerde huurbedrag. Dit bedrag is bij een factuur met datum 30 januari 2019 aan de huurder gefactureerd. Volgens belanghebbende behoort deze correctie daarom in zoverre niet in 2018 thuis, maar in 2019 en valt deze daarmee dus buiten de onderhavige naheffingstijdvakken.
4.1.7.De rechtbank volgt belanghebbende daarin niet. De inspecteur stelt terecht dat, nu belanghebbendes afnemer een particulier is, voor de verschuldigdheid van de omzetbelasting moet worden aangesloten bij het tijdstip van de dienstverrichting. Daarbij geldt dat diensten, zoals de onderhavige verhuurdiensten, die gedurende een zekere periode doorlopend worden verricht, worden geacht ten minste eenmaal per jaar te zijn voltooid.
Correcties 7 ([kenteken 6] )
4.1.8.Belanghebbende stelt primair dat ook in dit geval geen sprake is van verhuur maar van een dienst bestaande uit de registratie van de auto. Om dezelfde redenen als vermeld in 4.1.2 volgt de rechtbank belanghebbende daarin niet en acht zij aannemelijk dat sprake is van langdurende verhuur van de auto aan een in Nederland wonende particulier.
4.1.9.Subsidiair stelt belanghebbende dat de afnemer van de verhuurdienst niet de in het het Mietvertrag genoemde particulier, [naam 9] , is maar de op de facturen vermelde vennootschap, [B.V. 2] Volgens haar is daarom sprake van verlegde omzetbelasting. Om dezelfde redenen als vermeld in 4.1.5 volgt de rechtbank de inspecteur in zijn standpunt dat de particulier, [naam 9] , in dit geval de afnemer van de verhuurdienst is.
Correctie 9 ([kenteken 7] )
4.1.10.Belanghebbende stelt dat ook in dit geval geen sprake is van verhuur maar van een dienst bestaande uit de registratie van de auto. Om dezelfde redenen als vermeld in 4.1.2 volgt de rechtbank belanghebbende daarin niet en acht zij aannemelijk dat sprake is van langdurende verhuur van de auto aan een in Nederland wonende particulier.
Is er een reden voor vernietiging van de naheffingsaanslagen?
5. Belanghebbende stelt dan nog dat de naheffingsaanslagen gelet op de omstandigheden van haar geval moeten worden vernietigd. Zij voert daartoe aan dat de inspecteur bij het berekenen van de correcties ten onrechte is uitgegaan van de (niet-ondertekende) Mietverträge in plaats van de facturen. Daarmee komt de inspecteur tot een totale correctie (inclusief boeten en belastingrente) die een veelvoud is van het omzetbelastingbedrag dat belanghebbende volgens haar eigen berekening over de onderhavige tijdvakken verschuldigd is. Dit terwijl de Belastingdienst volgens belanghebbende al sinds 2018 over de volledige administratie van belanghebbende beschikte.