Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., uit [plaats 1] , eiseres,
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, UWV,
[werkneemster]te [plaats 2] , werkneemster.
Procesverloop
Overwegingen
eerste stapvan het stappenplan van het Beoordelingskader, beoordeelt de verzekeringsarts of verbetering van de belastbaarheid is uitgesloten. Dat is het geval bij een progressief ziektebeeld zonder behandelingsmogelijkheden of een stabiel ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden. Als de eerste stap niet leidt tot de kwalificatie van duurzame arbeidsongeschiktheid, is verbetering van de belastbaarheid niet uitgesloten en volgt de tweede stap. Bij de
tweede stapbeoordeelt de verzekeringsarts in hoeverre die verbetering in het eerstkomende jaar kan worden verwacht. Er is dan a) een redelijke of goede verwachting dat verbetering van de belastbaarheid zal optreden, of b) verbetering van de belastbaarheid is niet of nauwelijks te verwachten. Als voor de keuze tussen a) en b) doorslaggevende argumenten ontbreken, gaat de verzekeringsarts uit van a). Indien in het eerstkomende jaar niet of nauwelijks verbetering van de belastbaarheid verwacht kan worden, beoordeelt de verzekeringsarts of, en zo ja, in hoeverre, de verbetering van de belastbaarheid na het eerstkomende jaar nog kan worden verwacht (de
derde stap). Dan zijn er weer twee mogelijkheden, namelijk: er is een redelijke of goede verwachting dat verbetering van de belastbaarheid zal optreden (maar dit is alleen het geval als van een behandeling vaststaat dat die eerst op langere termijn kan zijn gericht op verbetering van de belastbaarheid)
ofverbetering van de belastbaarheid is niet of nauwelijks te verwachten.