Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1. Wat zijn de feiten?
2. Welke gronden heeft eiser aangevoerd?
De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt binnen 100 meter loopafstand van de woning van aanvrager gerealiseerd en wordt binnen de bestaande parkeerruimte aangelegd. De gemeente bepaalt de meest geschikte locatie. Daarbij wordt gekeken dat er geen verkeersonveilige situaties ontstaan en dat de bereikbaarheid van de weg niet belemmerd wordt.” In de toelichting wordt daaraan toegevoegd:
“De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de woning van de aanvrager aangelegd. 100 meter is een maximum afstand. Het gaat hierbij om 100 meter afstand die op maaiveldniveau moet worden afgelegd vanaf de voordeur van de woning tot aan de parkeerplaats. (…)”
De beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 51,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,00.
Informatie over hoger beroep
Wettelijk kader
- in het bezit te zijn van een Europese gehandicaptenparkeerkaart als bestuurder die nog minimaal 6 maanden geldig is ten tijde van de aanvraag;
- volgens de Gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) te staan ingeschreven op het adres waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt aangevraagd;
- of één van de bewoners van het huishouden van aanvrager over een motorvoertuig te beschikken.