ECLI:NL:RBZWB:2024:4016
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen dividendbelasting en vertrouwensbeginsel in bestuursrechtelijke procedure
Op 13 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de naheffingsaanslagen dividendbelasting opgelegd aan een belanghebbende gevestigd in Canada. De rechtbank beoordeelt de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De inspecteur had aan de belanghebbende naheffingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2013 tot en met 2015, alsook belastingrente in rekening gebracht. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur het vertrouwensbeginsel heeft geschonden, omdat eerdere communicatie van de inspecteur aan de belanghebbende de indruk wekte dat deze recht had op teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen en de belastingrentebeschikkingen, maar verklaart de beroepen betreffende andere beschikkingen ongegrond. Tevens wordt de belanghebbende een immateriële schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank concludeert dat de inspecteur en de Minister van Justitie en Veiligheid elk een deel van de vergoedingen moeten betalen aan de belanghebbende.