Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 juni 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende stichting] , gevestigd te [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Overwegingen
Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang’ blijkt dat ook bij samenwerkingsvormen, waarbij het bestuur van de onderwijsinstelling en de kinderopvangorganisatie een personele unie vormen, in principe een fiscale eenheid voor de omzetbelasting mogelijk moet zijn.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Staat tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 1.622;
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 1.878;
- bepaalt dat de Staat de helft van het griffierecht (dus € 180) aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de inspecteur de helft van het griffierecht (dus € 180) aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de Staat tot betaling van € 109,38 aan proceskosten aan belanghebbende;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 109,37 aan proceskosten aan belanghebbende.