ECLI:NL:HR:2009:BF0401
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslag omzetbelasting en fiscale eenheid tussen stichtingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting aan Stichting X2 werd opgelegd. De naheffingsaanslag betrof het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 30 september 1999. Na bezwaar van belanghebbende, werd de aanslag door de Inspecteur gehandhaafd, waarna het Gerechtshof het beroep ongegrond verklaarde. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak eerder in 2006 en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor verdere behandeling.
Het Gerechtshof heeft vervolgens het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de naheffingsaanslag vernietigd. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarbij hij ook beroep deed op een andere uitspraak van het Hof die op dezelfde dag werd gedaan. De Hoge Raad heeft beide zaken ter behandeling gevoegd, maar later weer gesplitst voor de uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende en Stichting X1 in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig zijn verweven dat zij als één ondernemer moeten worden aangemerkt op grond van artikel 7, lid 4, van de Wet op de omzetbelasting 1968. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat er sprake is van financiële verwevenheid, en dat de statuten van X1 en de benoemingsbevoegdheid van belanghebbende bijdragen aan deze verwevenheid. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris in de proceskosten.