Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. R. Küçükünal, en het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 28 juli 2022, waarin haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (PW) werd ingetrokken en teruggevorderd. De rechtbank behandelde het beroep op 18 januari 2024. Eiseres ontving sinds 7 september 2013 bijstandsuitkering, maar Werkplein ontdekte via het Inlichtingenbureau dat eiseres een aanzienlijk bedrag op haar bankrekening had staan, wat leidde tot een onderzoek naar haar recht op bijstand. Eiseres had niet alle relevante informatie verstrekt, waaronder het bezit van sieraden en een claim bij de Rabobank na een inbraak. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden, waardoor Werkplein terecht de bijstandsuitkering had ingetrokken en het teveel betaalde bedrag had teruggevorderd. Eiseres stelde dat er geen schending van de inlichtingenplicht was en dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, maar de rechtbank verwierp deze argumenten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.