In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende een beschikking afgegeven voor de toepassing van het kwarttarief voor de motorrijtuigenbelasting met ingang van 19 oktober 2022. Belanghebbende betwist deze ingangsdatum en stelt dat het kwarttarief al vanaf 19 april 2022 van toepassing zou moeten zijn, omdat zij eerder een verzoek had ingediend. De rechtbank heeft op 1 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht 19 oktober 2022 als ingangsdatum heeft gehanteerd, omdat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zij eerder een verzoek had ingediend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de beschikking van de inspecteur in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.