Bij het in 3.1 bedoelde proces-verbaal zijn verder onder meer processen-verbaal van verhoor van belanghebbende gevoegd. In het Proces-verbaal van 6 april 2016 staat onder meer:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
(…)
A: (…) In 2013 ben ik voor mij zelf gaan werken voor mij zelf en heb ik de bovenverdieping van de loods achter de woning verhuurd.
(…)
De bovenverdieping van de loods is vervolgens verhuurd aan een persoon uit [plaats 2] welke in kerstpakketten deed. (…) Deze betaald 500 euro huur per maand en heeft mij in eerste instantie 3000 euro betaald, de rest van de huur zou later via de bank betaald worden. (…)
Rond september, rond de verhuur van de bovenverdieping van de loods, ben ik wel eens op zolder in de kantine geweest. De rest van de zolder in de loods was volgens mij leeg. (…) Ik heb hier ook een huurcontract van. Ik geef dit huurcontract bij deze vrijwillig aan de politie.
Ik kan deze persoon nu niet meer te pakken krijgen. (…)
In het begin zag ik wel eens mensen in de loods bezig. Zelf ben ik er niet zo veel. Ik ben er ooit wel eens een uurtje bezig maar niet zo vaak. Wel ben ik regelmatig met de boekhouding bezig in het kantoor. Dis is ongeveer 2 keer in de 3 maanden.
Ik denk dat ik voor het laatst begin januari 2016 mensen in de loods heb gezien. Ofja ik zag een busje wegrijden vanaf het terrein.
In oktober, november en december heb ik erg veel gewerkt in België.
Ik heb in die loods nooit iets gezien, geroken of wat dan ook. Helemaal niets.
(…)
V: Hoe is de elektriciteit in de loods geregeld?
A: Dat is schijnbaar afgetakt. Ik heb een tijd geleden nog controle gehad van ‘Brabant Water’. Dit zag er volgens hen allemaal goed uit. Ik heb hier een e-mail van gehad dat het allemaal keurig in orde was.
(…)
V: Is alles wat onder in de loods staat van u?
A: Ja, alles is van mij. De boot en auto staan ook op mijn naam.
(…)
V: Voor een hennepkwekerij met deze omvang moet er regelmatig iemand in de loods aanwezig zijn. Wat kunt u daarover vertellen?
A: Ik kan er niks over zeggen. (…) Ik ben er niet bij geweest.
(…)
V: Wilt u verder nog iets aan uw verklaring toevoegen?
A: Ik heb helemaal geen financiële zorgen. Ik heb een ander perceel gekocht op de weg van [plaats 3] naar [plaats 4] . Ik heb hier een woonbestemming op aangevraagd en ik krijg hier in mei uitsluitsel van. Ik mag hier dan waarschijnlijk gaan wonen en wil het pand aan de [adres] in [plaats 1] verkopen. Ik heb verder twee zaken, [bedrijf 2] aan de [straat] in [plaats 1] . [bedrijf 1] , dit is een bedrijf in waterzuivering. En verder nog waterpompenonline.”
In het proces-verbaal van 7 april 2016 staat onder meer:
“V: Aan wie zou u de bovenverdieping van de loods verhuurd hebben?
A: (…)
V: Wanneer bent u met deze huurder in contact gekomen?
A: Augustus 2015.
(…)
Volgens mij is hij er in augustus 2015 al in gegaan maar we hadden afgesproken dat het officieel per 1 september in zou gaan. Hij heeft er zelf dat codeslot op gezet. Op die deur naar boven. Hij had namelijk meerdere mensen die wel eens kwamen en het zou lastig zijn als hij met sleutels moest gaan werken.
(…)
V: Het identiteitsbewijs wat genoemd is in het huurcontract is in 2014 als vermist opgegeven en was na deze periode niet meer in gebruik bij de persoon welke op dit identiteitsbewijs staat. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Daar kan ik niets van maken, dat wist ik niet. Het was hem in ieder geval voor mij. Het zag er niet vreemd uit.
(…)
V: Als u de loods via de roldeur betreed stond direct aan de rechterzijde een blad van een cannacutter. (…)
A: Daar staat geen cannacutter. Daar staat wel een blad, ik dacht dat het iets van een grasmaaier was. (…) Ik heb dit blad met mijn blote handen rechtop gezet.
(…)
V: Wij kunnen het ons niet voorstellen dat u hier geen bijzonderheden aan gezien heeft. Het was namelijk zo dat dit blad onder de hennepresten zat en de hennepresten er rond om heen lagen.
A; Toch is het zo.
V: Weet u hoe hennep ruikt?
A: Ik kan heel slecht ruiken dus ik kan niet zeggen dat ik hennep in de loods geroken heb. Ik weet wel hoe hennep ruikt. En jullie collega (…) heeft gisteren ook verklaard dat jullie geen hennep geroken hebben in de loods. (…)
(…)
V: Hoe kan het zijn dat wij een emmer met hennepresten aantreffen op de begane grond van de loods welke bij u in gebruik is?
A: Dat weet ik echt niet. (…)
(…)
V: Wie maken er allemaal gebruik van de doucheruimte in de loods?
A: Niemand. (…)
(…)
V: Hoe kan het zijn dat wij hier diverse hennepresten op de grond en badmat aantreffen?
A: Ik kan daar niets over verklaren, absoluut niets. (…) Het kan goed zijn dat ik die deur al een jaar niet meer open gemaakt heb.
(…)
V: Maakt u gebruik van een vast telefoon lijn op het [adres] in [plaats 1] ?
A: Ja.
V: Wat is het telefoonnummer hier van?
A: (…), dit is mijn thuisnummer.
Ook staat er in de loods ook nog een telefoon, misschien staat er boven ook nog wel een. (…) Al deze telefoons hebben hetzelfde nummer. (…) Als dit nummer gebeld wordt gaan er in verschillende ruimtes de telefoon af.
V: Gaat de telefoon ook boven op de zolderverdieping in de loods af?
A: Ja, daar heb ik ooit eens een telefoon neer gezet. (…) Dat telefoontje staat er al jaren, ik weet niet eens meer of deze werkt.”
In het proces-verbaal van 8 april 2016 staat onder meer:
“V: Wat zijn de hoogte van de maandelijkse inkomsten (netto) en hoe worden deze uitbetaald?
A: (…)
In 2014 had ik iets van 56000 euro netto winst. En [bedrijf 2] had niet veel winst in 2014, in 2015 was dit wel meer. Maar dat was ook niet zo spectaculair.
(…)
V: Verricht uw partner betaalde werkzaamheden (dienstverband of zelfstandig)?
A: Zij runt [bedrijf 2] .
A: [V] Wat is de hoogte van de inkomsten (netto) van [bedrijf 2] ?
V: Dat is nooit zo heel spannend. Het is in ieder geval een V.O.F. Het zal zo rond de 30 of 35 duizend euro per jaar zijn.
(…)
V: Hoe hoog is dan de hypotheek schuld momenteel?
A: Ik denk ongeveer 200.000 euro.
(…)
V: Hoeveel geld spaart u per maand?
A: Ik een pensioenregelingsfonds, hier staat nu ongeveer 62000 euro op (…)
(…)
V: Wat is de waarde van uw woning aan de [adres] in [plaats 1] ?
A: Ik denk totaal rond de 500.000 euro.
Ik heb verder nog een stuk grond met een loods in [plaats 4] voor 50.000 euro gekocht. (…)”
In het proces-verbaal van 26 oktober 2016 staat onder meer:
“V: Wij hebben inmiddels (…) verhoord. (…) is de persoon, die u hebt opgegeven als zijnde huurder van een gedeelte van de loods. (…) zegt, dat hij u en uw vrouw helemaal niet kent. Wat is uw reactie hierop.
A: Ik heb een man gezien welke op (…) leek. Ik heb geen bloed van hem afgenomen ofzo maar ik heb een legitimatiebewijs van hem gezien. Ogenschijnlijk was deze persoon gewoon (…)
V: U heeft eerder verklaard, dat u zelf de identiteitskaart van de huurder (…) hebt ontvangen en daarvan een kopie heeft gemaakt. Blijft u bij dit verhaal?
A: Ja hoor.
V: (…) heeft aangifte gedaan van diefstal van deze identiteitskaart bij de politie op 15 januari 2014. Is de huur dan eerder ingegaan dan op 1 september 2015 bijvoorbeeld in 2013?
A: Nee hoor.
(…)
V: Op 25 januari 2016 is uw loods bezocht door een inspecteur van Brabant Water. (…) Tijdens de controle is geconstateerd dat de watermeter op de juiste plaats in de meterkast van de loods was gemonteerd. Tijdens de politie-inval op 5 april 2016 bleek echter dat de watermeter was verwijderd en er een passtuk was geplaatst. Hoe verklaard u dat?
A: Ja, dat weet ik niet. Ik zou het niet weten. Ik heb dat deel van de loods inderdaad in gebruik maar er kan op deze plaats iedereen komen. Dus dat kan iedereen gedaan hebben.
V: Wie zou daar dan belang bij hebben om dit te doen?
A: Misschien de persoon welke de zolder huurde. (…) Ik kom bijna nooit in de loods en al helemaal niet in de meterkast.”