ECLI:NL:RBZWB:2024:1342

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
22/1946
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen wegens hennepteelt

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015 beoordeeld. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.188.267, dat later werd verlaagd naar € 644.321 na gegrondverklaring van het bezwaar. De rechtbank behandelt de feiten rondom de hennepkwekerij die op 5 april 2016 werd aangetroffen in de loods van belanghebbende, inclusief illegale elektriciteits- en wateraftakking. De rechtbank concludeert dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan, omdat hij aanzienlijke inkomsten uit hennepteelt heeft genoten die niet zijn aangegeven. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de navorderingsaanslag en de belastingrentebeschikking. De rechtbank wijst ook het verzoek om aanhouding af, omdat belanghebbende niet tijdig bewijs heeft overgelegd. De rechtbank benadrukt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende betrokken was bij de hennepkwekerij en dat de navorderingsaanslag op een redelijke schatting is gebaseerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1946

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] uit [plaats 1] , belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

de inspecteur van de Belastingdienst (de inspecteur).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 februari 2022.
1.1.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2015 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.188.267 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.698. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 117.913 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
1.2.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de navorderingsaanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 644.321, met handhaving van de overige elementen van de navorderingsaanslag. Daarbij is de belastingrente verminderd tot € 60.015. De inspecteur heeft belanghebbende bij afzonderlijke beschikking een kostenvergoeding toegekend van € 538.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 6 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de gemachtigde van belanghebbende en, namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de inspecteur de navorderingsaanslag en de belastingrentebeschikking tot juiste bedragen heeft opgelegd/gegeven. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van belanghebbende.
2.1.
De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Feiten

3. Belanghebbende is geboren op [geboortedag] 1958. In 2015 was hij gehuwd. Belanghebbende en zijn echtgenote wonen op het [adres] te [plaats 1] .
3.1.
Op grond van het Convenant Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen (RIEC-convenant) heeft de politie het Proces-verbaal hennepkwekerij en eerdere oogsten, gedateerd 22 mei 2016, aan de inspecteur verstrekt. In dit proces-verbaal staat onder meer.
“Op dinsdag 5 april 2016 werd ik ter assistentie geroepen bij een loods, welke was gelegen [adres] te [plaats 1] (…)
(…)
Ik zag, dat op het perceel een vrijstaande woning was gelegen, genummerd [nummer 1] met een naambordje [naam] . (…) Op dit hekwerk was een reclamebanner aangebracht met de tekst “ [bedrijf 1] ” (…)
Loods:
Aan de rechterzijde van de loods bevond zich een grote roldeur (…). Op de gevel stond in grote letters “ [nummer 1] ” (…)
(…)
Achter deze werkplaats was een open opslagruimte met een stalen trap naar boven (…)
(…)
Verborgen kwekerij en ingang
Via de stalen trap en een deur met een codeslot kwam ik in de centrale ruimte van de kwekerij. (…)
(…)
Nadat ik de toegangsdeur geopend had kwam ik in een centrale ruimte in de hennepkwekerijen. Via een smalle gang, welke was afgesloten met een deur waren er vier kweekruimtes bereikbaar. (…)
(…)
Kwekerij 1
Ik zag het navolgende dat er 361 hennepplanten stonden. Er stonden 12 hennepplanten op een m2. In de kweekruimte hingen 23 assimilatielampen van 600 Watt.
De hennepplanten werden automatisch van water en de juiste voedingsstoffen voorzien door het gebruik van een voedingscomputer.
In de kweekruimte hing een Opticlimate (…), dit is een watergekoelde airconditioner voor de beheersing van het binnenklimaat. (…)
Er werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd door het gebruik van Co2 kachels (…) Toevoeging van extra kooldioxide wordt door hennepkwekers gedaan om een hogere opbrengst per plant te genereren.
Kwekerij 2
Ik zag het navolgende dat er 356 hennepplanten stonden. Er stonden 12 hennepplanten op een m2. In de kweekruimte hingen 23 assimilatielampen van 600 Watt.
De hennepplanten werden automatisch van water en de juiste voedingsstoffen voorzien door het gebruik van een voedingscomputer.
In de kweekruimte hing een Opticlimate (…).
Er werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd door het gebruik van Co2 kachels (…).
Kwekerij 3
Ik zag het navolgende dat er 356 hennepplanten stonden. Er stonden 12 hennepplanten op een m2. In de kweekruimte hingen 23 assimilatielampen van 600 Watt.
De hennepplanten werden automatisch van water en de juiste voedingsstoffen voorzien door het gebruik van een voedingscomputer.
In de kweekruimte hing een Opticlimate (…).
Er werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd door het gebruik van Co2 kachels (…).
Kwekerij 4
Ik zag het navolgende dat er 383 hennepplanten stonden. Er stonden 12 hennepplanten op een m2. In de kweekruimte hingen 23 assimilatielampen van 600 Watt.
De hennepplanten werden automatisch van water en de juiste voedingsstoffen voorzien door het gebruik van een voedingscomputer.
In de kweekruimte hing een Opticlimate (…).
Er werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd door het gebruik van Co2 kachels (…).
Gezien de hele inrichting kon hier gesproken worden van professionele hennepkwekerijen. Ik zag namelijk dat;
  • de belichting werd geregeld middels kunstlicht op tijdklokken
  • de kweekruimtes helemaal afgeschermd waren van daglicht en geïsoleerd met betrekking tot temperatuur
  • er klimaatkasten waren aangebracht
  • de verwarming thermostaat gestuurd werd
  • de energie buiten de meter om getrokken werd.
  • de kweekruimtes zodanig geschakeld waren, dat 2 kweekruimtes tegelijkertijd in werking was.
  • In alle kweekruimtes stonden in totaal 1456 hennepplanten
(…)
Hennepdrogerij/Hennepknipperij/Bedrijfsmatigheid
In de hennepkwekerij was een ruimte waar op de hele zijwand 100 droogrekken in 5 rijen van 20 waren gemonteerd (…) Ik zag, dat deze droogrekken helemaal groen waren aangeslagen van de hennep. Ik zag, dat er nog kleine hennepdeeltjes op deze droogrekken lagen.
(…) Ik zag, dat er in deze ruimte een professionele knipmachine (…) was geplaatst (…) Bij deze machine stond een verrijdbare bladafzuiger (…) Deze knipmachines zijn ongeveer sinds 2015 op de markt gekomen en worden gebruikt om met hoge snelheden de bladeren van de henneptoppen af te scheiden. Door het gebruik van deze knipmachines besparen de henneptelers op de kosten voor het inhuren van hennepknippers (…).
Ook stond er in deze ruimte een grote hakselaar.
De centrale ruimte was ook zeer doelmatig ingericht en diende tevens als een soort kantine. In het midden van deze ruimte stond een tafel en meerdere stoelen. Er was een klein keukentje en een toilet. Aan de wand tegen de hennepdrogerij waren meerdere schappen. Op deze schappen lagen werkkleding, wegwerpoverals, dozen met wegwerphandschoenen, schoonmaakmiddelen en ontvetter.
(…)
In het inpandige kantoor van deze loods bevond zich een meterkast met een elektriciteitsmeter (…)
Dit kantoorgedeelte was net als de gehele benedenverdieping van de loods in gebruik bij [belanghebbende]
(…)
Aan de hand van de aangetroffen situatie kon worden gesteld dat er sprake was van diefstal van elektrische energie.
Samen met de fraude-inspecteur van Enexis heb ik gezien, dat er een illegale aftakking van de elektriciteit was gemonteerd (…). Na uitschakelen van de bedrijfsinstallatie, bleek dat de elektrische apparatuur ten behoeve van de hennepkwekerij in bedrijf bleef. Hiermee heb ik proefondervindelijk vastgesteld dat de elektrische apparatuur ten behoeve van de hennepkwekerij was aangesloten op de illegale aftakking. (…)
(…)
In het inpandige kantoor van deze loods bevond zich een meterkast waar normaal aan de onderzijde een watermeter gemonteerd zit. Ik zag, dat er een passtuk was geplaatst tussen de dienstleiding van Brabant Water en de aansluiting van de loods. (…)
(…)
Aan de hand van de aangetroffen situatie kon worden gesteld dat er sprake was van diefstal van water.
(…)
De datum van de ontmanteling was 5 april 2016. De staande kweek in alle vier de kweekruimtes werd in beslag genomen en vernietigd, dus de verdachten hebben daaruit geen voordeel genoten. (…)
Bovenstaande impliceert dat in alle kweekruimtes in 2016 een oogst heeft plaatsgevonden.
(…)
[Belanghebbende] en zijn vrouw (…) staan allebei sinds 10 maart 2005 ingeschreven op het [adres] te [plaats 1] . (…)
Bij de Kamer van Koophandel staat sinds 1 januari 2001 een bedrijf ingeschreven [bedrijf 1] , een eenmanszaak op naam van [belanghebbende]. (…)
Gezien vorenstaande zou [belanghebbende] al meerdere jaren bezig geweest kunnen zijn met het exploiteren van de hennepkwekerij.
In de kweekruimtes hingen koolstoffilters welke enigszins vervuild waren. (…) In de hennepwereld is het gebruikelijk, dat de koolstoffilters na 4 a 5 oogsten vervangen worden. (…) Ter vervanging van koolstoffilters stonden al 7 nieuwe koolstoffilters klaar (…)
(…)
De melder bij de wijkagent spreekt erover dat hij al anderhalf jaar om de 8 a 10 weken een hennepgeur ruikt. (…) Op het moment van oogsten geuren de hennepplanten namelijk het sterkst. (…)
(…)
In de loods was een inpandig kantoor aanwezig (…) welke overduidelijk in gebruik was bij [belanghebbende]. In dit kantoor stond ondermeer een geldtelmachine . Dergelijke geldtelmachines worden veelal aangetroffen in de drugswereld (…).
(…)
Door [belanghebbende] werd een huurcontract overgelegd voor de bovenverdieping ingaande 1 september 2015 (…). Dit huurcontract is als vals te bestempelen (…).
(…)
Gezien deze feiten is het aannemelijk dat omstreeks april 2013 met de bouw van de kwekerij gestart is (…).
Conform rapport BOOM worden 10 weken gerekend voor een voltooide kweek. (…) Gezien vorenstaande is het aannemelijk, dat de kwekerij op 1 januari 2014 in bedrijf was. (…)
(…)
Kwekerij 1 :
In deze kweekruimte stonden 361 hennepplanten en 12 planten per m2.
De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 29,6 gram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan:
361 planten x 29,6 gram = 10,6856 kilogram x € 3280 = € 35.048,77.
Kwekerij 2 :
In deze kweekruimte stonden 356 hennepplanten en 12 planten per m2.
De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 29,6 gram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan:
356 planten x 29,6 gram = 10,5376 kilogram x € 3280 = € 34.563,33.
Kwekerij 3 :
In deze kweekruimte stonden 356 hennepplanten en 12 planten per m2.
De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 29,6 gram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan:
356 planten x 29,6 gram = 10,5376 kilogram x € 3280 = € 34.563,33.
Kwekerij 4 :
In deze kweekruimte stonden 383 hennepplanten en 12 planten per m2.
De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 29,6 gram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan:
383 planten x 29,6 gram = 11,3368 kilogram x € 3280 = € 37.184,70.
(…)
Kwekerij 1
De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het BOOM-rapport als volgt:
€ 2.539,73
Afschrijvingskosten
: €
250
Variabele kosten
: €
2230,98 (361 x € 6,18)
Elektriciteitskosten
: €
Afschr. knipmach
: €
58,75
Huisvestingskosten
: €
Totaal aan kosten
: €
2539,73

Kwekerij 2

De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het BOOM-rapport als volgt:
€ 2.508,33
Afschrijvingskosten
: €
250
Variabele kosten
: €
2200,08 (356 x € 6,18)
Elektriciteitskosten
: €
Afschr. knipmach
: €
58,75
Huisvestingskosten
: €
Totaal aan kosten
: €
2508,33

Kwekerij 3

De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het BOOM-rapport als volgt:
€ 2.508,33
Afschrijvingskosten
: €
250
Variabele kosten
: €
2200,08 (356 x € 6,18)
Elektriciteitskosten
: €
Afschr. knipmach
: €
58,75
Huisvestingskosten
: €
Totaal aan kosten
: €
2508,33

Kwekerij 4

De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het BOOM-rapport als volgt:
€ 2.675,69
Afschrijvingskosten
: €
250
Variabele kosten
: €
2366,94 (383 x € 6,18)
Elektriciteitskosten
: €
Afschr. knipmach
: €
58,75
Huisvestingskosten
: €
Totaal aan kosten
: €
2675,69
(…)
Totale opbrengst 1 kweek volgens BOOM alle kweekruimtes
Berekende bruto opbrengst per oogst
€ 141.360,13
Berekende kosten per oogst
€ 10.233,08
Totaal wederrechtelijk voordeel per oogst
€ 131.127,05
Alle kwekerijen
(…)
Het is verbalisant bekend, dat bij het kweken met Opticlimates en Co2 toevoeging de kweekperiode meestal wordt ingekort tot 8 weken. Ook levert het kweken met Opticlimates en Co2 toevoeging een hogere opbrengst per oogst op. (…)”
3.2.
Bij het in 3.1 bedoelde proces-verbaal is onder meer een Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij gevoegd van 5 april 2016. Daarin staat onder meer:
“Op 8 januari 2016 werd bij de wijkagent (…) door een buurtbewoner het navolgende gemeld dat hij om de acht weken een hennepgeur ruikt welke volgens hem afkomstig is van de gebouwen op het perceel aan de [adres] of [nummer 2] te [plaats 1] . Deze buurtbewoner zou dit inmiddels al anderhalf jaar waarnemen (…)
(…)
Door een fraude-inspecteur van Enexis werd geconstateerd, dat er was gefraudeerd met de elektriciteitsmeter, welke in de meterkast van het woonhuis [van belanghebbende] was geplaatst. (…)
(…)
Wij, verbalisanten, stelden voor een representatieve bemonstering een aantal hennepplanten veilig. Deze monsters testten wij met gebruikmaking van de cannabistest. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor hennep of THC, (…).
(…)
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door (…), fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Enexis, in aanwezigheid van ons, verbalisanten. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij in de loods illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, er een illegale aftakking voor de meter was gemaakt. (…)”
3.3.
Bij het in 3.1 bedoelde proces-verbaal is verder onder meer een Proces-verbaal bevindingen gebruik van CO2 bij hennepkwekerijen gevoegd van 10 juli 2016. Daarin staat onder meer:
“Door mij werd een onderzoek ongesteld naar het gebruik van CO2 in de aangetroffen hennepkwekerijen op het [adres] te [plaats 1] .
(…)
Door het kunstmatig verrijken van de lucht in de kweekruimten kan de groeiperiode worden verkort, wordt de structuur van de hennepplanten verbeterd en worden de bloemen voller, Er kan dus tijdwinst worden behaald en de opbrengst kan worden verhoogd.
In de kweekruimten van de vier hennepkwekerijen werd op dezelfde manier gebruik gemaakt van het kunstmatig toevoegen van CO2 met gebruik van watergekoelde airconditioners (…)
(…)
De kweekperiode wordt hiermee met 2 weken verkort (van 10 weken naar 8 weken). Een kortere kweekcyclus is dus mogelijk, waardoor één oogst extra per jaar mogelijk is,
Hennepplanten geven een gegarandeerd hogere opbrengst van tenminste 20 % tot wel 40%.
(…)
In proces-verbaal (…) is al een berekening uitgewerkt op grond van een conventionele kweek zonder CO2 toevoeging.
Totale opbrengst 1 kweek volgens BOOM alle kweekruimtes
Berekende bruto opbrengst per oogst
€ 141.360,13
Berekende kosten per oogst
€ 10.233,08
Totaal wederrechtelijk voordeel per oogst
€ 131.127,05
Alle kwekerijen
(…)
Zoals eerder vermeld wordt de opbrengst per plant flink verhoogd door het kweken met CO2 van minstens 20 % tot 40 %. In deze berekening wordt uitgegaan van de BOOM-normen en een extra opbrengst van 20 %. Dit is ruim in het voordeel van de verdachte.
De opbrengst per plant is dan 29,6 gram + 20 % = 35,52 gram. De totale bruto opbrengst van 1 kweek in alle kweekruimtes is dan 1456 x 35,52 = € 169.632,21
Totale opbrengst 1 kweek volgens BOOM alle kweekruimtes
Berekende bruto opbrengst per oogst
€ 169.632,21
Berekende kosten per oogst
€ 10.233,08
Totaal wederrechtelijk voordeel per oogst
€ 159.399,13
Alle kwekerijen
(…)”
3.4.
Bij het in 3.1 bedoelde proces-verbaal zijn verder onder meer processen-verbaal van verhoor van belanghebbende gevoegd. In het Proces-verbaal van 6 april 2016 staat onder meer:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
(…)
A: (…) In 2013 ben ik voor mij zelf gaan werken voor mij zelf en heb ik de bovenverdieping van de loods achter de woning verhuurd.
(…)
De bovenverdieping van de loods is vervolgens verhuurd aan een persoon uit [plaats 2] welke in kerstpakketten deed. (…) Deze betaald 500 euro huur per maand en heeft mij in eerste instantie 3000 euro betaald, de rest van de huur zou later via de bank betaald worden. (…)
Rond september, rond de verhuur van de bovenverdieping van de loods, ben ik wel eens op zolder in de kantine geweest. De rest van de zolder in de loods was volgens mij leeg. (…) Ik heb hier ook een huurcontract van. Ik geef dit huurcontract bij deze vrijwillig aan de politie.
Ik kan deze persoon nu niet meer te pakken krijgen. (…)
In het begin zag ik wel eens mensen in de loods bezig. Zelf ben ik er niet zo veel. Ik ben er ooit wel eens een uurtje bezig maar niet zo vaak. Wel ben ik regelmatig met de boekhouding bezig in het kantoor. Dis is ongeveer 2 keer in de 3 maanden.
Ik denk dat ik voor het laatst begin januari 2016 mensen in de loods heb gezien. Ofja ik zag een busje wegrijden vanaf het terrein.
In oktober, november en december heb ik erg veel gewerkt in België.
Ik heb in die loods nooit iets gezien, geroken of wat dan ook. Helemaal niets.
(…)
V: Hoe is de elektriciteit in de loods geregeld?
A: Dat is schijnbaar afgetakt. Ik heb een tijd geleden nog controle gehad van ‘Brabant Water’. Dit zag er volgens hen allemaal goed uit. Ik heb hier een e-mail van gehad dat het allemaal keurig in orde was.
(…)
V: Is alles wat onder in de loods staat van u?
A: Ja, alles is van mij. De boot en auto staan ook op mijn naam.
(…)
V: Voor een hennepkwekerij met deze omvang moet er regelmatig iemand in de loods aanwezig zijn. Wat kunt u daarover vertellen?
A: Ik kan er niks over zeggen. (…) Ik ben er niet bij geweest.
(…)
V: Wilt u verder nog iets aan uw verklaring toevoegen?
A: Ik heb helemaal geen financiële zorgen. Ik heb een ander perceel gekocht op de weg van [plaats 3] naar [plaats 4] . Ik heb hier een woonbestemming op aangevraagd en ik krijg hier in mei uitsluitsel van. Ik mag hier dan waarschijnlijk gaan wonen en wil het pand aan de [adres] in [plaats 1] verkopen. Ik heb verder twee zaken, [bedrijf 2] aan de [straat] in [plaats 1] . [bedrijf 1] , dit is een bedrijf in waterzuivering. En verder nog waterpompenonline.”
In het proces-verbaal van 7 april 2016 staat onder meer:
“V: Aan wie zou u de bovenverdieping van de loods verhuurd hebben?
A: (…)
V: Wanneer bent u met deze huurder in contact gekomen?
A: Augustus 2015.
(…)
Volgens mij is hij er in augustus 2015 al in gegaan maar we hadden afgesproken dat het officieel per 1 september in zou gaan. Hij heeft er zelf dat codeslot op gezet. Op die deur naar boven. Hij had namelijk meerdere mensen die wel eens kwamen en het zou lastig zijn als hij met sleutels moest gaan werken.
(…)
V: Het identiteitsbewijs wat genoemd is in het huurcontract is in 2014 als vermist opgegeven en was na deze periode niet meer in gebruik bij de persoon welke op dit identiteitsbewijs staat. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Daar kan ik niets van maken, dat wist ik niet. Het was hem in ieder geval voor mij. Het zag er niet vreemd uit.
(…)
V: Als u de loods via de roldeur betreed stond direct aan de rechterzijde een blad van een cannacutter. (…)
A: Daar staat geen cannacutter. Daar staat wel een blad, ik dacht dat het iets van een grasmaaier was. (…) Ik heb dit blad met mijn blote handen rechtop gezet.
(…)
V: Wij kunnen het ons niet voorstellen dat u hier geen bijzonderheden aan gezien heeft. Het was namelijk zo dat dit blad onder de hennepresten zat en de hennepresten er rond om heen lagen.
A; Toch is het zo.
V: Weet u hoe hennep ruikt?
A: Ik kan heel slecht ruiken dus ik kan niet zeggen dat ik hennep in de loods geroken heb. Ik weet wel hoe hennep ruikt. En jullie collega (…) heeft gisteren ook verklaard dat jullie geen hennep geroken hebben in de loods. (…)
(…)
V: Hoe kan het zijn dat wij een emmer met hennepresten aantreffen op de begane grond van de loods welke bij u in gebruik is?
A: Dat weet ik echt niet. (…)
(…)
V: Wie maken er allemaal gebruik van de doucheruimte in de loods?
A: Niemand. (…)
(…)
V: Hoe kan het zijn dat wij hier diverse hennepresten op de grond en badmat aantreffen?
A: Ik kan daar niets over verklaren, absoluut niets. (…) Het kan goed zijn dat ik die deur al een jaar niet meer open gemaakt heb.
(…)
V: Maakt u gebruik van een vast telefoon lijn op het [adres] in [plaats 1] ?
A: Ja.
V: Wat is het telefoonnummer hier van?
A: (…), dit is mijn thuisnummer.
Ook staat er in de loods ook nog een telefoon, misschien staat er boven ook nog wel een. (…) Al deze telefoons hebben hetzelfde nummer. (…) Als dit nummer gebeld wordt gaan er in verschillende ruimtes de telefoon af.
V: Gaat de telefoon ook boven op de zolderverdieping in de loods af?
A: Ja, daar heb ik ooit eens een telefoon neer gezet. (…) Dat telefoontje staat er al jaren, ik weet niet eens meer of deze werkt.”
In het proces-verbaal van 8 april 2016 staat onder meer:
“V: Wat zijn de hoogte van de maandelijkse inkomsten (netto) en hoe worden deze uitbetaald?
A: (…)
In 2014 had ik iets van 56000 euro netto winst. En [bedrijf 2] had niet veel winst in 2014, in 2015 was dit wel meer. Maar dat was ook niet zo spectaculair.
(…)
V: Verricht uw partner betaalde werkzaamheden (dienstverband of zelfstandig)?
A: Zij runt [bedrijf 2] .
A: [V] Wat is de hoogte van de inkomsten (netto) van [bedrijf 2] ?
V: Dat is nooit zo heel spannend. Het is in ieder geval een V.O.F. Het zal zo rond de 30 of 35 duizend euro per jaar zijn.
(…)
V: Hoe hoog is dan de hypotheek schuld momenteel?
A: Ik denk ongeveer 200.000 euro.
(…)
V: Hoeveel geld spaart u per maand?
A: Ik een pensioenregelingsfonds, hier staat nu ongeveer 62000 euro op (…)
(…)
V: Wat is de waarde van uw woning aan de [adres] in [plaats 1] ?
A: Ik denk totaal rond de 500.000 euro.
Ik heb verder nog een stuk grond met een loods in [plaats 4] voor 50.000 euro gekocht. (…)”
In het proces-verbaal van 26 oktober 2016 staat onder meer:
“V: Wij hebben inmiddels (…) verhoord. (…) is de persoon, die u hebt opgegeven als zijnde huurder van een gedeelte van de loods. (…) zegt, dat hij u en uw vrouw helemaal niet kent. Wat is uw reactie hierop.
A: Ik heb een man gezien welke op (…) leek. Ik heb geen bloed van hem afgenomen ofzo maar ik heb een legitimatiebewijs van hem gezien. Ogenschijnlijk was deze persoon gewoon (…)
V: U heeft eerder verklaard, dat u zelf de identiteitskaart van de huurder (…) hebt ontvangen en daarvan een kopie heeft gemaakt. Blijft u bij dit verhaal?
A: Ja hoor.
V: (…) heeft aangifte gedaan van diefstal van deze identiteitskaart bij de politie op 15 januari 2014. Is de huur dan eerder ingegaan dan op 1 september 2015 bijvoorbeeld in 2013?
A: Nee hoor.
(…)
V: Op 25 januari 2016 is uw loods bezocht door een inspecteur van Brabant Water. (…) Tijdens de controle is geconstateerd dat de watermeter op de juiste plaats in de meterkast van de loods was gemonteerd. Tijdens de politie-inval op 5 april 2016 bleek echter dat de watermeter was verwijderd en er een passtuk was geplaatst. Hoe verklaard u dat?
A: Ja, dat weet ik niet. Ik zou het niet weten. Ik heb dat deel van de loods inderdaad in gebruik maar er kan op deze plaats iedereen komen. Dus dat kan iedereen gedaan hebben.
V: Wie zou daar dan belang bij hebben om dit te doen?
A: Misschien de persoon welke de zolder huurde. (…) Ik kom bijna nooit in de loods en al helemaal niet in de meterkast.”
3.5.
Belanghebbende heeft, na daarvoor te zijn uitgenodigd, over 2015 aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 88.590 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.698. Bij het opleggen van de aanslag heeft de inspecteur deze aangifte gevolgd.
3.6.
Bij het opleggen van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur het aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning verhoogd met de opbrengst uit hennepteelt van € 1.107.792, resulterend in een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.188.267.
3.7.
In de uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur rekening gehouden met een bij het opleggen van de navorderingsaanslag gemaakte rekenfout, een lager bedrag aan inkomsten uit hennepteelt, bij de hennepteelt gemaakte kosten en toepassing van de MKB-winstvrijstelling, resulterend in een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 644.321.
3.8.
Het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft op 14 september 2023 uitspraak gedaan in de straf- en ontnemingszaak tegen belanghebbende. Daarbij is belanghebbende veroordeeld voor, onder meer, het in de periode van 1 maart 2016 tot en met 5 april 2016 te [plaats 1] in de uitoefening van een beroep of bedrijf telen van hennep en het opzettelijk gebruik maken van valse verklaringen en is het door belanghebbende wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 865.138,57. In de uitspraak in de strafzaak is belanghebbende eveneens veroordeeld voor het in de periode van 16 november 2019 tot 6 februari 2020 te [plaats 4] in de uitoefening van een beroep of bedrijf telen van hennep en het op 6 februari 2020 te [plaats 4] opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 4.005 gram gedroogde henneptoppen en ongeveer 11 kilogram hennepgruis.

Motivering

Verzoek om aanhouding
4. Ter zitting is namens belanghebbende verzocht om de zaak aan te houden om in de gelegenheid te worden gesteld om bewijs aan te dragen voor de stelling dat belanghebbende in 2015 in het buitenland verbleef en om correspondentie te overleggen over het aangekondigde boekenonderzoek.
4.1.
Bij de beslissing of een partij de gelegenheid moet krijgen bewijsstukken alsnog over te leggen, moet een afweging worden gemaakt tussen enerzijds het belang bij het overleggen van die stukken en de reden waarom dit niet in een eerdere fase van de procedure voor de feitenrechter is gedaan, en anderzijds het algemeen belang van een doelmatige procesgang. [1] Het bewijs omtrent het verblijf in het buitenland in 2015 zal uit 2015/begin 2016 dateren en belanghebbende had dus voldoende gelegenheid om dit in de bezwaarfase en uiterlijk tien dagen voor de zitting in te brengen. Hetzelfde geldt voor de correspondentie over het aangekondigde boekenonderzoek, aangezien die aankondiging al op 17 maart 2021 heeft plaatsgevonden. Belanghebbende heeft ter zitting geen verklaring gegeven waarom deze stukken niet eerder zijn overgelegd. Het belang van belanghebbende dient in dit geval te wijken voor het algemeen belang van een doelmatige procesgang. De rechtbank heeft het door belanghebbende gedane verzoek om aanhouding van de zaak dan ook afgewezen.
Het (nog) niet opmaken van een rapport boekenonderzoek
4.2.
Belanghebbende wijst erop dat op 17 maart 2021 een boekenonderzoek is aangekondigd en dat er tot op de dag van de zitting geen rapport boekenonderzoek was opgesteld waaruit blijkt van hennepteelt of een bijzonder uitgavenpatroon. Volgens belanghebbende heeft de inspecteur hiermee een stevige overtreding begaan.
4.2.1.
De rechtbank overweegt dat er geen rechtsregel is die de inspecteur verplicht om nadat een boekenonderzoek is aangekondigd ook een rapport boekenonderzoek op te stellen. Het ontbreken van een controlerapport is geen tekortkoming die navordering in de weg staat. De inspecteur heeft in de verschillende fasen van het geding aan belanghebbende voldoende kenbaar gemaakt waarop de navorderingsaanslag gebaseerd is en heeft daarbij verwezen naar de diverse berekeningen van het verkregen voordeel. Belanghebbende heeft voldoende gelegenheid gehad om daarop te reageren en enige onjuistheid in deze berekeningen aan te geven. Aan het niet opmaken van een controlerapport worden door de rechtbank dan ook geen consequenties verbonden.
Verkeerd aanslagnummer
4.3.
Belanghebbende stelt dat er een tweede navorderingsaanslag is opgelegd en dat aan deze navorderingsaanslag een verkeerd nummer is toegekend.
4.3.1.
De rechtbank overweegt dat belanghebbende door het verkeerde aanslagnummer, zo daar al sprake van is, niet is benadeeld. Hij heeft bijvoorbeeld niet te laat bezwaar gemaakt door verwarring omtrent het aanslagnummer. Het toekennen van een verkeerd nummer aan een aanslag heeft geen nietigheid of vernietiging van die aanslag tot gevolg.
Heeft de inspecteur de navorderingsaanslag tot het juiste bedrag opgelegd? Omkering bewijslast
4.4.
De inspecteur stelt dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Als de vereiste aangifte niet is gedaan, dan wordt het beroep ongegrond verklaard, tenzij blijkt dat en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is (‘omkering en verzwaring van de bewijslast’). [2]
4.4.1.
Belanghebbende heeft over 2015 aangifte IB/PVV gedaan. De inspecteur stelt echter dat deze onjuist is gedaan en ten onrechte een inkomen uit werk en woning van € 88.950 vermeldt. Als aan een aangifte inhoudelijke gebreken kleven, dan kan dat tot gevolg hebben dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Daarvoor moet aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast worden vastgesteld:
dat sprake is van één of meer gebreken die ertoe leiden dat de belasting die volgens de aangifte verschuldigd is verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting;
dat het gaat om een aanzienlijk bedrag aan de belasting die als gevolg van de gebreken in de aangifte niet zou zijn geheven; en
dat de belastingplichtige op het moment van het doen van de aangifte wist of zich ervan bewust moest zijn dat door de gebreken een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven. [3]
4.4.2.
De inspecteur stelt dat belanghebbende niet de vereiste aangifte IB/PVV over 2015 heeft gedaan omdat belanghebbende in 2015 aanzienlijke inkomsten uit hennepteelt heeft genoten die belanghebbende niet heeft aangegeven.
4.4.3.
Belanghebbende ontkent dat hij bij de aangetroffen hennepkwekerij betrokken was en stelt dat hij in 2015 geen inkomsten uit hennepteelt heeft genoten. Hij stelt dat hij de bovenverdieping van de loods, waar de hennepkwekerij is aangetroffen, het hele jaar heeft verhuurd. Hij stelt verder dat hij in 2015 in het buitenland verbleef omdat hij dat jaar een camping in Zuid-België heeft opgeknapt. Tot slot wijst belanghebbende erop dat er geen reden was om zich met de teelt van hennep bezig te houden omdat hij voldoende overige inkomsten genoot en over voldoende vermogen beschikte.
4.4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende over 2015 niet de vereiste aangifte IB/PVV heeft gedaan. De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking.
4.4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat belanghebbende betrokken was bij de hennepkwekerij die op 5 april 2016 is aangetroffen in de loods bij de woning aan de [adres] te [plaats 1] . De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat deze woning en deze loods in 2015 in eigendom waren van belanghebbende en zijn echtgenote en dat zij sinds 10 maart 2005 op dat adres staan ingeschreven in de basisregistratie personen (zie 3 en 3.1), dat de watermeter – die zich bevond in het kantoor op de benedenverdieping van de loods, welke benedenverdieping volledig bij belanghebbende zelf in gebruik was – illegaal was afgetakt (zie 3.1 en 3.4) en ook de elektriciteit illegaal was afgetakt (zie 3.1 en 3.2).
De rechtbank hecht geen geloof aan de verklaring van belanghebbende dat hij de bovenverdieping van de loods, waar de hennepkwekerij is aangetroffen, het gehele jaar 2015 verhuurde omdat het door belanghebbende aan de politie overgelegde huurcontract als vals is te bestempelen (zie 3.1). De persoon die in dat huurcontract als huurder wordt genoemd heeft verklaard dat hij belanghebbende en zijn echtgenote niet kent (zie 3.4) en in het door belanghebbende overgelegde huurcontract staat 1 september 2015 als ingangsdatum van de huur terwijl de persoon die in het huurcontract wordt genoemd op 15 januari 2014 aangifte heeft gedaan bij de politie van diefstal van de identiteitskaart die in het huurcontract wordt genoemd. Verder acht de rechtbank van belang dat op de benedenverdieping van de loods, welke volledig bij belanghebbende in gebruik was, zijn aangetroffen een blad van een cannacutter, een emmer met hennepresten en in de doucheruimte hennepresten op de grond en badmat (zie 3.4).
Verder overweegt de rechtbank dat aanwezigheid van belanghebbende in het buitenland, voor zover daarvan al sprake was, niet uitsluit dat belanghebbende bij de hennepteelt in de loods betrokken was. Belanghebbende kon de voor de teelt benodigde werkzaamheden immers door anderen laten regelen.
De gemachtigde heeft nog gesteld dat hij met stomheid was geslagen toen hij hoorde dat belanghebbende in verband werd gebracht met hennepkwekerij. Daarover merkt de rechtbank op dat ook personen zonder financiële problemen zich met de teelt van hennep kunnen inlaten. In dit verband wijst de rechtbank er nog op dat belanghebbende ook is veroordeeld voor het telen van hennep in de periode van 16 november 2019 tot 6 februari 2020 en het op 6 februari 2020 aanwezig hebben van een grote hoeveelheid gedroogde henneptoppen en hennepgruis (zie 3.8).
4.4.6.
De rechtbank acht verder aannemelijk dat deze hennepkwekerij in 2015 tot minimaal vijf oogsten heeft geleid. De rechtbank komt tot dit oordeel door:
  • de omstandigheid dat de woning en de loods het gehele jaar 2015 in het bezit van belanghebbende waren (zie 3 en 3.1);
  • de verklaring van een buurtbewoner op 8 januari 2016 dat hij al anderhalf jaar om de acht weken een hennepgeur ruikt die volgens hem afkomstig is van de gebouwen op het perceel aan de [adres] of [nummer 2] te [plaats 1] (zie 3.1 en 3.2);
  • vervuiling van de in de hennepkwekerij aangetroffen koolstoffilters (zie 3.1);
  • de toevoeging van CO2 aan de kweekruimtes, wat ertoe leidde dat de kweekperiode met twee weken werd verkort, van 10 weken naar 8 weken (zie 3.1 en 3.3);
  • de omstandigheid dat de droogrekken in de loods helemaal groen waren aangeslagen van de hennep (zie 3.1);
  • het aantreffen van hennepresten in de loods, te weten in een emmer en in de doucheruimte (zie 3.4).
4.4.7.
De rechtbank acht ook aannemelijk dat met de hennepkwekerij in 2015 een netto opbrengst is behaald van minimaal € 655.635 (5 maal het in 3.1 en 3.3 genoemde bedrag van € 131.127,05). De inspecteur heeft de bruto opbrengst van de hennepkwekerij en het bedrag aan kosten gebaseerd op het in 3.1 bedoelde proces-verbaal hennepkwekerij en eerdere oogsten, waarin de opbrengst van de hennepkwekerij is berekend aan de hand van daarvoor geldende normen uit het zogenoemde BOOM-rapport. [4] Bovendien is aannemelijk dat door de toevoeging van CO2 aan de kweekruimtes 20% tot 40% meer opbrengst met de hennepkwekerij is behaald dan waar de inspecteur rekening mee heeft gehouden (zie 3.3).
4.4.8.
De rechtbank acht, gelet op wat is overwogen in 4.4.5, meer dan aannemelijk dat belanghebbende ten minste een aanzienlijk deel van de in 4.4.7 bedoelde netto opbrengst heeft genoten. Daarmee heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat belanghebbende een zodanig inkomen heeft genoten dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting absoluut en verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de belasting die (tenminste) werkelijk verschuldigd is. Het is een feit van algemene bekendheid dat inkomsten uit hennepteelt moeten worden aangegeven. Belanghebbende moet zich dan ook, ten tijde van het doen van de aangifte IB/PVV 2015, ervan bewust zijn geweest dat door het niet aangeven van deze inkomsten een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven. Dat betekent dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan.
4.4.9.
Omdat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan, wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard.
Redelijke schatting
4.5.
Bij omkering en verzwaring van de bewijslast moet de rechtbank beoordelen:
of sprake is van een redelijke – niet willekeurige – schatting door de inspecteur, en, zo ja,
of belanghebbende heeft doen blijken dat en in hoeverre de aanslag onjuist is.
4.5.1.
De berekening van de netto opbrengst van de hennepkwekerijen van € 655.635 aan de hand van het rapport BOOM, is niet onredelijk of willekeurig. [5] Naar het oordeel van de rechtbank is het evenmin onredelijk om de gehele opbrengst van de hennepkwekerij aan belanghebbende toe te rekenen.
4.5.2.
Belanghebbende heeft op geen enkele wijze doen blijken dat de navorderingsaanslag, zoals deze luidt na de uitspraak op bezwaar, onjuist is. De navorderingsaanslag blijft dan ook in stand.
Tot slot
4.6.
Tot slot stelt belanghebbende dat hij dubbel wordt gestraft omdat sprake is van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, maar hij het verlies uit werk en woning dat daaruit in het jaar van betaling voortvloeit, niet kan terugwentelen naar het jaar 2015.
4.6.1.
De rechtbank overweegt dat de in 4.6 door belanghebbende geschetste consequentie inherent is aan het systeem van verliesverrekening waarbij de wetgever bewust niet heeft gekozen voor onbeperkte (in de tijd) verliesverrekening. [6] Wat belanghebbende heeft aangevoerd leidt dan ook niet tot vermindering van de navorderingsaanslag.
Heeft de inspecteur de belastingrente op het juiste bedrag vastgesteld?
4.7.
Het beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de belastingrente. Belanghebbende heeft geen afzonderlijke gronden aangevoerd tegen de belastingrentebeschikking. Nu de navorderingsaanslag in stand blijft, heeft hetzelfde te gelden voor de belastingrentebeschikking.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond omdat de navorderingsaanslag en de belastingrentebeschikking worden gehandhaafd. Dat betekent dat belanghebbende daarom het griffierecht niet terugkrijgt. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 28 februari 2024 door mr. J.P.A. Boersma, rechter, in aanwezigheid van mr. I. van Wijk, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van publicatie op rechtspaak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Vgl. Hoge Raad 3 februari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0821 en Hoge Raad 15 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BN6350.
2.Artikel 27e, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
3.Vgl. onder andere Hoge Raad 30 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1083.
4.Met inachtneming van de update van het Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016.
5.Vgl. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 april 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1709.
6.Vgl. Hoge Raad 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2299.