Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 februari 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat eiseres het bezwaarschrift na de bezwaartermijn heeft ingediend, wordt er gerekend vanaf het moment van de ontvangst van het bezwaarschrift. In dit geval dus 26 juni en 27 juni 2023. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn voor het bezwaarschrift van 21 juni 2023 verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 30 oktober 2023 en 18 september 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiseres heeft verweerder op 11 december 2023 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling(en) op 15 december 2023 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen elf weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een (of meerdere) besluit(en) op beide bezwaarschriften bekend te maken;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiseres;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 102,- (2x € 51,-) aan eiseres moet vergoeden.