Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank zal beoordelen of het UWV op goede gronden het bezwaar van eiseres ongegrond heeft verklaard. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4. Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek door een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
5. De verzekeringsarts b&b heeft gerapporteerd dat er sprake is van een herhaalde aanvraag en een melding toegenomen arbeidsongeschiktheid. Eiseres heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd die betrekking heeft op de aanvraag in 2015. De verzekeringsarts b&b onderschrijft het oordeel van de primaire verzekeringsarts dat eiseres op het beoordelingsmoment geen arbeidsvermogen had. Dit is echter niet duurzaam. Daarom is er geen sprake van een Amber-situatie als bedoeld in artikel 1a:1, lid 2 van de Wajong. Verder stelt de verzekeringsarts b&b dat de klachten uit een nieuwe ziekteoorzaak voortkomen zodat ook op grond hiervan geen sprake kan zijn van Amber. De verzekeringsarts b&b heeft ook gesteld dat de actuele medische situatie vanaf 1 juli 2020 bestaat. Dit valt buiten de periode van 5 jaar, zodat ook daarom geen sprake is van Amber.
6. Eiseres stelt dat ondanks de ingezette en adequate behandeling en begeleiding de bekwaamheden van eiseres niet zijn toegenomen. Eiseres is van mening dat zij geen arbeidsvermogen kan ontwikkelen, ook niet in de toekomst. Zij heeft van 1 augustus 2008 tot 31 juli 2012 praktijkonderwijs gevolgd en heeft daardoor het recht om in het doelgroepregister opgenomen te worden. Sinds dat moment is er geen sprake van arbeidsvermogen en is zij niet in staat zelfstandig het minimumloon te verdienen.
Verder is eiseres van mening dat haar aanvraag onzorgvuldig is beoordeeld omdat haar belastbaarheid onvoldoende is onderzocht.
7. Het UWV heeft de aanvraag in de eerste plaats aangemerkt als een herhaalde laattijdige aanvraag. Ook is beoordeeld of er sprake is van toegenomen beperkingen voortkomend uit dezelfde ziekteoorzaak. Hiervan is geen sprake. Het ontbreken van arbeidsvermogen is ontstaan vanaf 1 juli 2020 en is veroorzaakt door een andere ziekteoorzaak dan die welke bij de eerdere beoordeling een rol speelde. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd waaruit blijkt dat het oordeel van de verzekeringsarts b&b onjuist is. Het feit dat eiseres praktijkonderwijs heeft gevolgd maakt dat zij is opgenomen in het landelijk doelgroepregister, maar dit betekent niet dat er duurzaam geen sprake is van arbeidsvermogen.
Wat is de strekking van de aanvraag?
8. Volgens vaste rechtspraak moet een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheids-uitkering na een eerdere (gedeeltelijke) afwijzing of intrekking van die uitkering naar zijn strekking worden beoordeeld. Met een aanvraag kan worden beoogd dat - met ingang van de datum waarop dat besluit zag - wordt teruggekomen van het eerdere besluit in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bedoeld wordt een beroep te doen op een regeling bij toegenomen arbeidsongeschiktheid (artikel 1a;1, tweede lid van de Wajong, de zogenaamde Amberbeoordeling), of dat om herziening wordt verzocht voor de toekomst (duuraanspraak).
Het UWV heeft de aanvraag van eiseres aangemerkt als een verzoek om terug te komen op de eerdere weigering een uitkering toe te kennen en als een verzoek om toekenning van een uitkering wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid. Niet in geschil is dat dit ook de strekking van de aanvraag van eiseres was.
Zijn er nieuwe feiten of omstandigheden?
9. Het UWV heeft toepassing gegeven aan artikel 4:6, tweede lid, van de Awb. Dit betekent dat de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden toetst of het UWV zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de bestuursrechter niettemin aan de hand van de beroepsgronden tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is.
10. Onder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden verstaan feiten of omstandigheden die ná het eerdere besluit zijn voorgevallen, dan wel feiten of omstandigheden die vóór het eerdere besluit zijn voorgevallen, maar die niet vóór dat besluit konden worden aangevoerd. Nieuw gebleken feiten zijn ook bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of omstandigheden als deze bewijsstukken niet eerder konden worden overgelegd.
11. De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek van het UWV zorgvuldig en volledig is geweest. Voldoende is gemotiveerd waarom er geen aanleiding bestaat om terug te komen op het besluit van 9 juni 2015. Eiseres heeft bij haar aanvraag medische informatie overgelegd die ziet op de periode van 5 augustus 2016 tot en met 18 april 2017. Omdat deze informatie niets zegt over de medische situatie van eiseres op haar 18e jaar heeft de verzekeringsarts b&b terecht gesteld dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. In hetgeen door eiseres is aangevoerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat de weigering om terug te komen van het besluit van 9 juni 2015 evident onredelijk is.
Is er sprake van een Amber-situatie?
12. Van een Ambersituatie is, in het geval van eiseres, sprake als zij binnen 5 jaar na haar 18e jaar duurzaam geen arbeidsvermogen heeft en dat ontbreken van arbeidsvermogen voortkomt uit dezelfde oorzaak als waardoor zij op 18e jaar al beperkingen had. Deze periode van 5 jaar loopt van 31 maart 2013 tot 31 maart 2018 (de Amberperiode).
13. Niet in geschil is dat eiseres ten tijde van het onderzoek van de verzekeringsartsen geen arbeidsvermogen heeft. De verzekeringsarts b&b heeft zich echter op het standpunt gesteld dat de toegenomen beperkingen zijn ontstaan na een bedrijfsongeval in 2016. Gelet op de beschikbare medische informatie heeft de verzekeringsarts b&b ook geconcludeerd dat de situatie dat er geen sprake is van arbeidsvermogen sinds 1 juli 2020 aanwezig is.
De rechtbank kan de verzekeringsarts b&b volgen in zijn motivering dat de eerste dag waarop er geen arbeidsvermogen is, buiten de Amberperiode valt. Overigens wordt dit op zich ook niet betwist door eiseres. Tijdens het onderzoek op 26 oktober 2020 is namens eiseres immers gesteld dat de huidige situatie sinds ongeveer 3 à 4 maanden bestaat. Eiseres heeft verder ook geen medische gegevens overgelegd waaruit blijkt dat er al eerder sprake zou zijn van het ontbreken van arbeidsvermogen. Omdat er pas sprake is van ontbreken van arbeidsvermogen na afloop van de amberperiode, heeft het UWV terecht gesteld dat eiseres geen recht op een Wajong-uitkering heeft. De vraag of er sprake is van duurzaamheid van de beperkingen kan daarom onbesproken blijven.
14. De rechtbank merkt ten overvloede nog op dat, ook al zou er wel sprake zijn van het ontbreken van arbeidsvermogen in de Amberperiode, dit niet betekent dat eiseres wel recht op een Wajong-uitkering zou hebben. Het is immers duidelijk dat de beperkingen die hebben geleid tot het ontbreken van arbeidsvermogen, veroorzaakt zijn door het ongeval in 2016. Er kan dan geen sprake zijn van dezelfde ziekteoorzaak als waardoor eiseres beperkingen had op haar 18e jaar (2013).
15. In het besluit van 26 november 2020 is al aan eiseres meegedeeld dat zij in het doelgroepregister is opgenomen. De beroepsgrond van eiseres dat zij in dat register moet worden opgenomen, kan daarom onbesproken blijven.