Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
.Eiser is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser inzake zijn aanvraag voor een eenmalige energietoeslag, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst is afgewezen. De aanvraag werd afgewezen met het besluit van 8 juni 2022, en het college bleef bij deze afwijzing na het bestreden besluit van 1 november 2022 op het bezwaar van eiser. De rechtbank heeft de zaak op 6 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser niet aanwezig was.
Eiser had op 19 mei 2022 een aanvraag ingediend, maar zijn inkomen overschrijdt de door het college vastgestelde inkomensgrens van 120% van de bijstandsnorm. Eiser ontving een AOW-pensioen en een lijfrente, en zijn totale inkomen werd berekend op € 1.400,58, wat boven de grens ligt. Eiser voerde aan dat andere gemeenten een hogere inkomensgrens hanteren en dat hij niet verplicht was om energierekeningen over te leggen. Het college stelde echter dat de beleidsregels van de gemeente Hulst de inkomensgrens vaststelden en dat de rechtbank de beslissingsruimte van het college terughoudend toetst.
De rechtbank concludeert dat het college bevoegd was om de aanvraag af te wijzen, gezien het inkomen van eiser. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheid dat eiser net boven de inkomensgrens zit, geen aanleiding geeft voor een afwijkende beslissing. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen, omdat de Participatiewet ruimte biedt voor verschillende uitvoeringen per gemeente. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.