4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 3
op tijdstippen, in de periode van 15 februari 2020 tot en met 15 februari 2023 te [plaats 1] en te [plaats 2] , (telkens) met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, en welk kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin en welke minderjarige aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd,
ontuchtigehandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte (telkens):
- een of meerdere vinger(s) in de vagina, in ieder geval tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of vervolgens die een of meerdere vinger(s) een of meerdere malen heen en weer bewogen en
- zijn geslachtsdeel in de vagina, in ieder geval tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of vervolgens dat geslachtsdeel in de vagina, in ieder geval tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] een of meerdere malen heen en weer bewogen en
- zijn geslachtsdeel in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of vervolgens dat geslachtsdeel in de mond van die [slachtoffer 2] een of meerdere malen heen en weer bewogen en/of dat geslachtsdeel in de mond van die [slachtoffer 2] een of meerdere malen heen en weer laten bewegen;
feit 4
op tijdstippen, in de periode van 15 februari 2020 tot en met 15 februari 2023 te [plaats 1] en te [plaats 2] , ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2007, welke ontuchtige handelingen (telkens) bestonden uit
- het door verdachte betasten en/of aanraken en/of strelen van de borsten van die
[slachtoffer 2] en
- het door verdachte met zijn hand(en) en/of vinger(s) betasten/aanraken en/of wrijven en/of strelen en/of kloppen van/over/op de clitoris en/of schaamstreek en/of de vagina en/of de billen van die [slachtoffer 2] (onder haar kleding en of over haar kleding) en
- het door verdachte zoenen/kussen/likken van de vagina en/of clitoris van die [slachtoffer 2] en
- het door [slachtoffer 2] laten vasthouden/betasten/aanraken/zoenen/aftrekken van zijn geslachtsdeel en/of laten wrijven over zijn geslachtsdeel.
Gelet op de in de tenlastelegging genoemde wetsartikelen waarbij feit 3 strafbaar is gesteld en de overige bewoordingen van de tenlastelegging, moet worden aangenomen dat de tenlastelegging een kennelijke misslag bevat in die zin dat het woord ‘ontuchtige’ ontbreekt. Nu ook de verdediging er kennelijk van uit is gegaan dat de handelingen, indien bewezen, een ontuchtig karakter hebben, leest de rechtbank de tenlastelegging met verbetering van voornoemde misslag en derhalve met het daarin opgenomen woord ‘ontuchtige’.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.