In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de toekenning van een AOW-pensioen door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). Eiser, die in 2008 met zijn inmiddels overleden echtgenote een wereldreis begon, heeft in 2022 een aanvraag voor AOW ingediend. De Svb kende hem een AOW-pensioen toe met ingang van 25 juni 2022, maar paste een korting van 8% toe omdat eiser niet verzekerd was over een bepaalde periode. Eiser maakte bezwaar tegen deze korting, wat leidde tot een herziening van de Svb, die de korting verlaagde naar 6%. De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van de Svb aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser over de periode van 24 mei 2009 tot 27 april 2010 niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt, waardoor hij niet verzekerd was voor de AOW. De rechtbank concludeert dat de Svb op goede gronden een korting op het AOW-pensioen heeft toegepast, en verklaart het beroep ongegrond.