ECLI:NL:RBZWB:2023:7895
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van het UWV om terug te komen op een eerder besluit inzake Wajong-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 november 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om terug te komen op een eerder besluit van 6 februari 2014 beoordeeld. Eiseres had in augustus 2010 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke was afgewezen. Na een nieuwe aanvraag in maart 2022, waarbij eiseres nieuwe stukken overlegde, weigerde het UWV op 20 juli 2022 om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe medische informatie zou zijn. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard.
De rechtbank onderzoekt of het UWV terecht heeft geweigerd om terug te komen op het besluit van 6 februari 2014. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet voldoende nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die na het eerdere besluit zijn voorgevallen. De rechtbank verwijst naar artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, dat vereist dat nieuwe feiten of omstandigheden worden vermeld bij een nieuwe aanvraag. Eiseres heeft aangevoerd dat er wel nieuwe feiten zijn, maar de rechtbank oordeelt dat de door haar overgelegde stukken niet als zodanig kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank concludeert dat het UWV zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een heroverweging van het eerdere besluit rechtvaardigen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.