ECLI:NL:RBZWB:2023:6452
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaafverzoeken dividendbelasting afgewezen wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van dividendbelasting. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 12 maart 2018 de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting had afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld onder de zaaknummers 18/02329, 18/02330, 18/02331 en 18/02332, die betrekking hebben op de jaren 2012 tot en met 2015.
Tijdens de procedure heeft de rechtbank de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om de beroepen nader te motiveren, naar aanleiding van arresten van de Hoge Raad. De belanghebbende heeft echter nagelaten om de benodigde dividendnota's over te leggen, wat cruciaal was voor het onderbouwen van de verzoeken om teruggaaf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende, ondanks de betwisting door de inspecteur, niet aannemelijk heeft gemaakt dat er Nederlandse dividendbelasting is ingehouden in de betrokken jaren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de inspecteur de teruggaafverzoeken terecht heeft afgewezen en dat de beroepen ongegrond zijn. De proceskosten zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na de verzenddatum.