ECLI:NL:RBZWB:2023:6450
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaafverzoeken dividendbelasting afgewezen wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van dividendbelasting. De belanghebbende, gevestigd in Duitsland, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraken van de inspecteur van de Belastingdienst, die verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2006 tot en met 2015 had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende geen dividendnota's heeft overgelegd, wat cruciaal was voor de beoordeling van de teruggaafverzoeken. De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er Nederlandse dividendbelasting is ingehouden in de betrokken jaren, ondanks de betwisting door de inspecteur. Hierdoor zijn de verzoeken om teruggaaf terecht afgewezen.
De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om de beroepen nader te motiveren naar aanleiding van arresten van de Hoge Raad, maar de ingediende stukken hebben niet geleid tot een andere conclusie. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 zijn zowel de gemachtigde van de belanghebbende als verschillende inspecteurs van de Belastingdienst verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.