ECLI:NL:RBZWB:2023:6435
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaafverzoeken dividendbelasting afgewezen wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, gevestigd in Duitsland, en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraken van de inspecteur van 28 mei 2018, die de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2012 tot en met 2015 had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende geen dividendnota's heeft overgelegd, wat essentieel is voor het onderbouwen van de verzoeken om teruggaaf. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of en hoeveel Nederlandse dividendbelasting er daadwerkelijk was ingehouden in de betrokken jaren.
De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om de beroepen nader te motiveren naar aanleiding van arresten van de Hoge Raad, maar de belanghebbende heeft niet voldoende bewijs kunnen leveren. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en de belanghebbende heeft nadere stukken ingediend. Tijdens de zitting op 20 juni 2023 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden en inspecteurs.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de teruggaafverzoeken terecht zijn afgewezen, omdat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er recht op teruggaaf bestond. De beroepen zijn ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.