3.1Tussen partijen staat het volgende vast:
- SvW Retail exploiteert een onderneming in de verkoop van motoren;
- [verzoekster] is in 2016 al in dienst van SvW Retail geweest. Dit dienstverband is geëindigd op 31 december 2016 middels een vaststellingsovereenkomst tussen partijen;
- SvW Retail heeft [verzoekster] op 20 februari 2023 een arbeidsovereenkomst toegestuurd voor duur van 8 maanden, ingaande op 1 maart 2023 tot en met 31 oktober 2023, in de functie van [functie] . In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van één maand opgenomen. De arbeidsovereenkomst is niet door partijen ondertekend;
- in de week van 21 februari 2023 is [verzoekster] gaan meelopen met de medewerkster, die zij zou gaan vervangen. Tussen partijen is afgesproken dat [verzoekster] daarvoor een bedrag van € 400,00 netto zou ontvangen;
- op 24 februari 2023 vond een bedrijfsborrel plaats, waarbij [verzoekster] aanwezig was. [verzoekster] is op enig moment bewusteloos aangetroffen. Zij is door een ambulance opgehaald en naar het ziekenhuis gebracht;
- op 25 februari 2023 heeft SvW Retail een bedrag van € 400,00 aan [verzoekster] betaald;
- [verzoekster] heeft zich op 27 februari 2023 ziek gemeld bij SvW Retail;
- op 8 maart 2023 bericht SvW Retail aan [verzoekster]
“Heej [verzoekster] .. Ik realiseer me nu pas dat jij er vanuit gaat dat je al bent begonnen! en/of dat je contract al is ingegaan. Ik niet… in mijn beleving begin je aan de baan (contract) als je ook werkelijk begint. Denk dat we hier even een miscommunicatie hebben! Of is dat niet zo!??!?”;
- op 13 maart 2023 bericht SvW Retail aan [verzoekster]
“Zullen we er een streep onder zetten? Jammer, had je graag aan boord gehad maar begrijp dat dat niet mogelijk is. Sterkte!”;
- op 12 juni 2023 heeft [verzoekster] een behandelplan ondertekend bij Praktijk voor Seksuologie / Praktijk voor Psychologie, waarin is opgenomen dat zij zal worden behandeld voor ptss-klachten naar aanleiding van seksueel misbruik in februari 2023, alsmede de manier waarop hiermee is omgegaan door (hulp)instanties;
- op 5 juli 2023 hebben de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] – kort gezegd – verklaard dat er op de bedrijfsborrel veel werd gedronken en dat het leek alsof [verzoekster] vrijwillig meedeed aan de seksuele handelingen.